30.6.09

Haydn 2

Er bestaat het aardige verhaal dat toen Joseph Haydn in dienst kwam bij vorst Esterhazy, hij nauwelijks wist hoe je een baryton bespeelde en omdat dat het favoriete instrument van de vorst was, moest daar snel verandering in komen. De vorst op zijn beurt was geen geweldig muzikant. Dus Haydn had twee problemen: hoe schrijf je stukken voor je baas, die het instrument niet optimaal beheerst, voor een instrument dat jezelf niet kent. Elke avond nadat het hofleven ten einde was, zette Haydn zich aan de studie op de baryton, toen hij het intrument onder de knie had, maakte hij composities, waarbij de baryton een partij speelde die de vorst aankon. Roland Hutchinson laat dit bijzondere instrument zien. Vervolgens speelt het Esterhazy Ensemble
(Michael Brüssing, baryton; Maria Brüssing, barokcello en Andras Bolyki, altviool) het tweede deel van Haydns Barytontrio no.97

29.6.09

Haydn

Bij BBC "Music Magazine" van juli zit een CD met vier symfonieën van Joseph Haydn, vanmiddag even tijd genomen de eerste te beluisteren: symfonie nummer 22, bijgenaamd "De Filosoof". Meteen gegrepen door het gedurfde begin: daar zijn de Franse hoorns (en hoe) in duet met de Engelse hoorns. Natuurlijk vond ik de uitvoering van de BBC Philharmonic niet op You Tube, maar wel deze, die me net iets te zwaar aangezet lijkt. Maar mooi blijft het!

Knak 12

(zie ook Knak 1 t/m 11 en Mededeling)

28.6.09

The Boss


Bruce Springsteen gisteravond in Glastonbury met 'The River'.

040D

Na de Eerste Wereldoorlog moesten diverse Duitse spoorwegmaatschappijen locomotieven, die in 25 verschillende series werden onderverdeeld, afstaan aan Frankrijk. Een van de series betrof de oorspronkelijke Pruisische serie G8, een vierassige goederenlocomotief met een drieassige tender, waarvan de Franse Etat er veertig kreeg toegewezen, maar alleen de AL, in het weer Frans geworden Elzas-Lotharingen, met 337 locomotieven en de Nord wisten goed gebruikte maken van de G8, die in Frankrijk 040D ging heten. Ze werden in het Noorden wel voorzien van de typerende Nordrookkastdeuren en buffers. Dat maakt het voor de in Franse spoorwegen geinteresseerde niet eenvoudig, want Duitse speelgoedfabrikanten maken uiteraard wel een G8 , (later BR 55 geheten), maar geen Franse 040D en dat betekent van een Duitse locomotiefje de rookkastdeur afzagen en deze vervangen door een Nordrookkastdeur, vervolgens nog een aantal wijzigingen, waaronder een andere schoorsteen en betere handrails aanbrengen en tenslotte de machine omschilderen. Inmiddels heb ik de afgelopen week dat alles gedaan, ik wacht nog op de nummers om op de zijkanten van het machinistenhuis te zetten, die moeten uit Frankrijk komen.

Een bewaard gebleven Pruisische G8 in Duitsland.


Een G8 omgebouwd tot Franse 040D

27.6.09

Pittsburgh

Vannacht kreeg ik bericht van een buschauffeur, die oorspronkelijk in Pittsburgh werkte, dat hij een nieuwe website is begonnen in Tampa en of ik maar even wilde kijken. Dat heb ik daarnet gedaan, maar ik blijf de foto's van zijn oude plek fascinerender vinden. Vooral die van de PCC-cars, die vaak in m.i. de meest afgrijselijke uitmonsteringen door de Amerikaanse staalstad reden. Ik houd niet van zogenaamde thematrams en ik kan me ook niet voorstellen dat de oorspronkelijke ontwerper van de tram gelukkig was met de wonderlijke reclamebeschilderingen die het Pittburghse bedrijf toeliet.

Een verzameling Pittsburghtrams, de normale kleurencombinaties waren al niet fraai: rood-wit-rood, geel-wit-geel, oranje-wit-oranje en groen-wit-groen: geheel tegen de lijnen van de tram in.PCC-car vemomd als chocoladereep, de passagiers in de rol van pinda's. De stroomafnemer, oorspronkelijk een trolley, is vervangen door een pantograaf.

Gecamoufleerd, reclamemakend voor het leger.

Om het imago van het vervoersbedrijf wat op te peppen verscheen een PCC-car in deze popartuitmonstering in de jaren zeventig.



Apart

Omdat een zekere A.H. te B. de zang van "Die Comedian Harmonists' joods gebler vond, werd de groep, nadat H. aan de macht gekomen was, ontbonden, ontvluchtten de joodse leden Duitsland en ging het sextet als 'Die Meistersinger' verder, zonder overigens de populariteit van "Die Comedian Harmonists", bestaande uit Harry Frommermann, Ari Leschnikoff, Erich Collin, Roman Cykowski, Robert Biberti en Erwin Bootz, ooit te bereiken. Van hen bestaat helaas weinig onverknipt beeldmateriaal, daarom een videoclip van het in het Frans gezongen "Ali Baba", gevolgd door "C'est lui" uitgevoerd door Josephine Baker in de film "Zou Zou" uit 1934. Misschien is het goed bij al het hysterisch gehijg rond de dood van Michael Jackson stil te staan bij Baker, de eerste zwarte superster.



26.6.09

Uniek


Nooit geweten, dat Josephine Baker en de Comedian Harmonists samen in een opnamestudio hebben gestaan, n.b. in de spaanstalige compositie 'Espabilate' van de grote componist Eliseo Grenet die, vanwege kritiek op de dictator in zijn land, Cuba moest verlaten. Helaas geen video, alleen audio: maar uniek.

GSM

Net terug uit het dorp, waar ik o.a. in de boekwinkel een paar tijdschriften doorkeek. Links naast me een heer met een gsm aan zijn oor, rechts een mevrouw met een gsm aan haar oor, beiden op volle sterkte snaterend over onzin. Ik moet in dit soort situaties altijd denken aan de apothekares aan het begin van de Parijse Boulveard Beaumarchais, die toen een luid snaterend heer haar 'pharmacie' betrad, vanachter de toonbank kwam en resoluut naar buiten wees. Fransen gaan in het het algemeen beschaafder om met de meest onnutte uitvinding van de twintigste eeuw: in de trein gaan ze met hun gsm ze naar het balkon, in het café gaan ze naar buiten, maar Nederlanders blijken deel uit te maken van een onbeschofte proletenhorde, die zelfs in de wachtkamer van de huisarts hun gsm weigert uit te zetten.

Manipulatie

Dit is een merkwaardige foto omdat er op uiterst onbeholpen manier mee is gemanipuleerd, want ik vraag me af of de H-NACC, de Fokker F7, waarmee - in 1924 - de eerste vliegreis naar Nederlands-Indië werd gemaakt, ooit op Soesterberg bij het theehuis 'Soesterdal' is geweest. Het duidelijk ingemonteerde toestel rechts in de lucht is een Junkers F13, het andere ingemonteerde toestel links heb ik niet thuis kunnen brengen, de registratie lijkt D183 te zijn, maar dat was de registratie van een Junkers F13 en dat is het toestel in geen geval.

Wommels

25.6.09

C X

Ook de Fokker C X, een verkenner en lichte bommenwerper, kreeg door de installatie van twee verschillende motoren een ander uiterlijk. De Nederlandse versie, oorspronkelijk ontworpen voor de Luchtvaartafdeeling van het KNIL, kreeg een lijnmotor, een Rolls-Royce 'Kestrel'. De aan Finland geleverde en later daar in licentie gebouwde C X's kregen een stermotor, een Bristol 'Pegasus XII'. De Pegasus leverde bijna 200 PK's meer en had een 40 km hogere maximale snelheid.

Nederlandse C X
Finse C X

Volkoren

Jelui hebben een heel schoft geen tijding van mij gehad nou, dat komt omdat ik in het hospitaal geweest heb, daar ik mal te knoffelen gekomen ben. Ik wilde naar het hok te hijsteren, toen ik op het tuinpad glijsterde, raar te landen kwam en een arm en een poot brak. Na twee weken hospitaal heb ik meer dan een maand bij mijn beppezegger Uilkje in Wommels uit van huis geweest te opbeteren. Dat was niet net noffelijk want ik lag pontefikaal met de poot omhoog te bed in de pronkkamer voor het venster. Dat had de jongereend in Wommels rillegauw in de rekken en dus marsjeerden ze met een arm omhoog langs het venster door de buren. Het leek krekt als was ik vrouw Hitler. Maar Uilkje zei dat ik me er niets van aantrekken moest, zulk soort manoeuvels hoorden bij de plaatselijke volkoren in Wommels. Dat kan wel wezen, maar toch ben ik tijge blij dat ik weer eigen grond onder de voeten heb.

Vrouw Ymkje Sinnema - Meindertsma, Rotsterhaule.

24.6.09

Mozart

Vrouwen werd ernstig afgeraden naar een glasharmonica te luisteren: ze zouden er hysterisch van worden. Oorspronkelijk was de glasharmonia een instrument dat bestond uit min of meer gevulde wijnglazen, zodat ze allemaal een verschillende toon gaven. Benjamin Franklin (ja, dezelfde als de staatsman en degeen die zich bezig hield met de bliksemafleider) verbeterde het instrument aanzienlijk door glazen schijven in een bak gedeeltelijk gevuld met water door een trapmechanisme te laten ronddraaien. Mozart schreef dit Adagio speciaal voor het instrument en kwartet, hier uitgevoerd door Thomas Bloch, glasharmonica; Philippe Bernold, fluit; Alexandre Gattet, hobo; Françoise Gneri, altviool en Xavier Phillips, cello.

S IX

Het laatste Fokkerschoolvliegtuig, dat ik me herinner is de S 14, die alleen in Nederland heeft dienstgedaan. Dat was voor de fabriek een lelijke tegenvaller, want een voorganger de S 11 was een succesnummer gebleken en vloog als trainer bij een groot aantal luchtmachten. Voor de Tweede Wereldoorlog werden de Fokkerschooltoestellen (vandaar de S) met een Romeins cijfer aangeduid.
De S IX kwam in de late jaren dertig in dienst, in twee qua uiterlijk nogal van elkaar afwijkende versies, omdat de LVA (Luchtvaartafdeeling, voorganger van de Koninklijke Luchtmacht) voor de S IX met een stermotor (Armstrong Siddeley 'Genet Major') koos en de MLD (Marine Luchtvaartdienst) voor de S IX met een lijnmotor (Menasco 'Buccaneer').

Een S IX van de LVA met stermotor.

Een S IX van de MLD met lijnmotor.

23.6.09

Wobbe

"Ik hew krekt hoord dat de kommisje Brinkman foor de oplossing fan ut fileprobleem voorsteld het de prys fan pizza's bij Albert Heyn met fyftich sent te ferhogen."

Archief 3

Pake verdiende behalve kost en inwoning vijfentwintig gulden per jaar. Zijn moeder moest zijn kleren wassen, als vergoeding kreeg ze ieder jaar een kaas. Geld om schoenen te kopen was er niet, dus toen er een aantal jaren later een toneelavond was met dansen na, kon hij er niet naartoe. Want dansen op sokken deed je niet. Buiten de boer om, leende de boerin pake een paar goede schoenen van de boer. Er werd voor en na het eten gebeden en uit de bijbel gelezen. 's Winters kon dat gemakkelijk een kwartiertje duren, 's zomers, wanneer er er meer werk was, werd het voorlezen tot hooguit twee minuten beperkt, want werk, zo schrijft mijn oom, was belangrijker dan de leer van Christus. En hij vervolgt: "Is het dan geen wonder dat de ogen van vele arbeiders opengingen en naar vergaderingen gingen, waar dan een man als Piter Jelles Troelstra de arbeiders toesprak?" Later ging pake naar Westfalen om daar op een boerderij te werken. "Daar waren de omstandigheden soms nog erger, vooral de Duitse boerenarbeider was er slechter aan toe. Daar werd de arbeider nog wel eesn gegeseld, dat gebeurde niet in Friesland. Maar de "Ausländer" - zo werden de Nederlanders genoemd - werden correcter behandeld, maar dat kwam ook omdat ze zo'n behandeling niet namen. Mijn vader heeft het regelmatig voor zo'n Duitse arbeider opgenomen wanneer de boer een arbeider wilde slaan. Er vielen dan heftige woorden, maar als mijn vader en de andere Nederlanders vervolgens dreigden op te stappen, dan veranderde de boer snel van mening."

22.6.09

Gospel

De Zuidafrikaanse gospel 'Yek' ntokozo' gezongen in Zulu door Sipho Makhabane: 'Yek' ntokozo ekhon' ekhaya, Sizohamba nomhlobo wethu, Sohlabelela Haleluya, Sith' uphakeme Nkosi yethu.

Archief 2

Ik had het, net als Scandinavische kinderen, gemakkelijk. Daar in het noorden is er een naamsverschil tussen beide opa's: de grootvader aan vaders kant heet farsfar, die aan moederkant morsfar. Mijn opa aan vaders kant heete opa, die aan moeders kant pake. Mijn moeders broer noteerde over zijn vader, mijn pake, de volgende bijzonderheden: "Toen mijn vader de leeftijd van twaalf jaar had bereikt moest hij mee gaan verdienen. Hij ging werken bij een boer, die streng gereformeerd was en dat bracht een aantal verplichtingen met zich mee die indruisten tegen de wil van mijn vaders ouders. Hij moest iedere dag van vier uur 's ochtend tot 's avonds zeven uur werken met een schafttijd van twee uur en dat zeven dagen in de week. Zijn taken bestonden uit het klaarzetten van de melkemmers en -bussen, de koeien uit de wei halen. Bij slecht weer moest hij zich al omkleden, voordat hij kon ontbijten. Daarna moest hij met paard en wagen de melkbussen naar de.weg brengen. Mijn vader was lytsfeint, de jongste knecht, in feite een manusje van alles. Daarnaast was er een tweede en een eerste feint, terwijl er 's zomers nog twee of drie maaiers uit Duitsland, de zogenaamde hannekemaaiers, werden aangesteld. De boer verordonneerde ook dat mijn vader iedere zondag twee maal naar zijn kerk moest en een avond per week naar catechisatie. Toen op zeker ogenblik een vriend van mijn vader op catechisatie ontbrak, vroeg de dominee aan mijn vader waar zijn vriend was. Mijn vader antwoordde: "Het is slecht weer en hij geen jas." De daarop volgende catechisatieavond vroeg de dominee aan de jongen zelf, waarom hij de vorige week afwezig was geweest. Hij kreeg hetzelfde antwoord, waarop de dominee zei: "Had dan maar een grote aardappelzak omgedaan dan was je niet natgeregend!" De jongen antwoordde: "Dominee heeft twee jassen, ik heb er geen. Als dominee mij een jas had gegeven was ik gekomen." De dominee gaf als repliek: "Ge moogt niet begeren wat van uw naaste is." De jongen zei daarna: "Wie heeft, hem zal worden gegeven en wie niet heeft, ook wat hij heeft zal van hem worden genomen."

21.6.09

Sega

Er zijn momenten dat de meest simpele muziek mij buitengewoon blij maakt, dit is een schitterend voorbeeld: een sega, gespeeld door een orkestje onder aanvoering van een accordeonist begeleid door allerlei ritmeinstrumenten en vrolijk zingend, op een van de eilanden van de Mascarenen, Rodrigues vlakbij Mauritius, middenin de Indische Oceaan.

20.6.09

Bob

Spijtig: ik heb de man nooit in een programma gehad, wel ooit gesproken en zien optreden. Fascinerend. Maakte opnamen met musici uit Hawaii, Griekenland, Okinawa, Réunion en Papua New Guinea. Geeft de indruk dat gitaarspelen doodeenvoudig is: Bob Brozman in wat hij 'foolin' around' noemt en een Hawaiiaans werkje.

Onfris

Een weinig frisse Fransman met de naam Christophe Jacquard is op het idee gekomen een Focke Wulf 190 te laten nabouwen. Nu vliegen er heel wat replica's, met name uit de Eerste Wereldoorlog en klaarblijkelijk worden vliegende toestellen uit WW 2 ook zo schaars, dat Jacquard meende Flug Werk in het Beierse Gammelsdorf opdracht te moeten geven een replica van de FW190 te construeren. Maar of je nu zo ver moet gaan om op het staartvlak een hakenkruis te schilderen?

19.6.09

Kaart


Archief


Gister naar Leeuwarden om het door mijn moeders broer lang geleden verzamelde deel van het familiearchief op te halen. In de trein op de terugweg begonnen met sorteren: mijn overgrootvader IJme Hanzes Dijkstra werd op 7 juli 1850 in Oudkerk geboren, was schipper en daarna terpbaas tot hij op 23 januari 1907 verdronk. Hiernaast het bericht van zijn dood, in plaats van de tegenwoordige annonces, vaak met een licht grijs randje, werd de aankondiging door een forse zwarte rand omringd. Als ik het me het, vaak vertelde, verhaal van zijn dood “door een noodlottig toeval” goed herinner, kwam hij terug van de veemarkt in Leeuwarden en verloor hij zijn pet, die op het ijs woei en in plaats van de pet de pet te laten, ging hij er achteraan, zakte door het ijs en verdronk. Zijn broer Hijle Hanzes, geboren in 1868 vierde tot op zijn 74ste triomfen op het ijs, zo lees ik in de Leeuwarder Courant van 27 januari 1942. Ik citeer: “We wachtten in café Woudstra op de bus naar Dokkum; een heel stelletje oud-hardrijders zat daar, want vroeger leverden de Wouden menigen hardrijder van naam. De oude veteraan Hijle Dijkstra van Oudkerk vertelde juist jarig te zijn op dezen dag, hij werd nu 74 jaar. “En noch sa linich as lekken”, zei hij trotsch. “ik kin myn greate tean noch maklik yn ‘e mûle krijge”. En hij demonstreerde dezen krachttoer; zittende op den caféstoel volbracht hij het kunstje vlot.” Hijle (soms gespeld met dubbel l) overleed op 30 november 1943.

18.6.09

Wobbe

"De swijnen fan Essent binnen noch minder as dy van ut Nuon, sij geve ut fan ons stoalene geld an hun werknimmers."

Ekster

Het is natuurlijk een prachtig fabeltje dat een eeuw geleden iedere Italiaanse slagersjongen elke willekeurige operaouverture of -aria of kon fluiten, simpelweg omdat hij avond aan avond op het schellinkje te vinden was. Dat fluiten kan misschien geklopt hebben, maar kennis van muziek deden Italiaanse slagersjongens in de regel op door bezoek aan concerten van lokale banda's, plaatselijke harmonieorkesten. Nog steeds hebben banda's operaouvertures op hun repertoire, zoals deze van Rossini: de opening tot "De Diefachtige Ekster", uitgevoerd door de banda van Sutera, een nog geen 2000 inwoners tellend plaatsje op Sicilië.

17.6.09

Wobbe

"Ut siet dur seer geunstich uut foor de Nuonswijnen. Overal in Europa is de gasprys de laaste maanden omlaach gaan, uutsonderd in ons land, want daar hewwe se als pyldatum 1 september foorich jaar nomen, toen de bensineprys ut allerhoochst was. Dit jaar sal ut wel weer op 1 september weze en kyk us an, de bensineprys gaat omhooch en soadoende hoewe se in ons land de prys weer nyt an te passen. De Nuonswijnen binne al luud smakkend weer onderwech naar hun overfolle troch."

Vauxhall 3

Het is met Dinky Toys net als met echte auto's, als je ze wilt restaureren, dan heb je onderdelen nodig. Vorige week liet ik op het blog een koplamploze Vauxhall zien, inmiddels zit er een gloednieuwe radiateurmantel met koplampen op.

Kenosha

Er zijn twee Amerikaanse steden waar dagelijks in een niet-museale omgeving met PCC-cars wordt gereden: in San Francisco en in in het veel onbekendere en veel kleinere Kenosha in Wisconsin. Het gemeentelijk (!) busbedrijf in laatst genoemde stad, dat zo'n achttal lijnen exploiteert, heeft een aantal jaren geleden vijf in 1951 in Canada gebouwde PCC-cars overgenomen van Toronto en ze geschilderd in de kleuren van trams, zoals ze in verschillende steden dienst hebben gedaan: Chicago, Pittsburgh, Toronto, Johnstown en Cincinnati (foto). Grappig is dat de trams hun originele Torontonummering hebben behouden: de Cincinnatitram rijdt nog steeds als 4616. 's Winters rijden de PCC-cars door de week van 10.05 tot 14.05, 's zomers van 11.05 tot 19.05, de kosten voor een rit bedragen slechts $0,50.

16.6.09

Hoffnung

De grammofoonplaat moet ik begin jaren zestig hebben aangeschaft en het blijft een van de allerleukste die ik bezit. Want er valt verdomd weinig te lachen in de concertzaal en op deze elpee spettert het plezier uit de groeven. Ik heb het over de opname van Gerard Hoffnungs Music Festival Concert van 13 november 1958, inmiddels gelukkig met twee andere door Hoffnung georganiseerde concerten op een dubbel-CD verschenen (EMI CMS7 63302 2). Geboren in Duitsland verwierf Hoffnung (1925 - 1959) eenmaal in het Verenigd Koninkrijk een buitengewoon aristocratisch Engels accent. Wie dat wil beluisteren, maak ik attent op de dubbel-CD 'A Last Encore' (BBC ISBN: 0563 537756), waarin hij o.a. geinterviewd wordt. Hoffnung was een fameus cartoonist, die vooral musici en hun instrumenten feilloos wist neer te zetten, zelf speelde hij ocarina en tuba, dat laatste zo verdienstelijk, dat hij soleerde in Vaughan Williams' tubaconcert. Van zijn concerten bestaat geen beeldmateriaal, gelukkig wordt 'A Grand Grand Overture', waarmee het concert van 13 november 1958 geopend werd, nog regelmatig uitgevoerd. In 1988 vond opnieuw een Hoffnung Festival plaats in de Royal Festival Hall in Londen, ook daarvan heb ik helaas geen video-opname kunnen vinden, eeen dubbel-CD verscheen met de titel 'The Hoffnung Festivan of Music' op Decca onder nummer 444 921-2.

15.6.09

Vauxhall 2


Een duidelijk voorbeeld van zo'n veropelde Vauxhall is deze 'Viva'. Opel introduceerde zijn 'Kadett A' in 1962. In 1963 verscheen de, op het naamplaatje na, identieke Vauxhall 'Viva', die in drie verschillende, elkaar opvolgende, versies tot 1979 in productie zou blijven. Het andere door General Motors in de etalage gezette Saab, zal, volgens krantenberichten, worden aangeschaft door het Zweedse exclusieve sportwagenmerk Koenigsegg (foto onder), dat lijkt simpel, maar is het niet. Want om kosten te besparen staan sommige Saabs op de bodemplaat van een Opel, een kleine Cadillac rust op zijn beurt weer op een Saab. Het in losse delen verkopen van een mastodont als GM is veel problematischer dan het lijkt.


14.6.09

La Volta

Een wel heel uitzonderlijk gezelschap snaarinstrumenten bespeeld door de Zwitserse formatie 'La Volta', een charango (een Zuidamerikaans tiensnarig instrument, waarvan de klankkast in de regel van een armadillo wordt gemaakt), een roncoco (het Boliviaanse broertje van de charango), een pandora (een middeleeuws luitachtig instrument), een barokgitaar, een Portoricaanse cuatro en een Mexicaanse guitarron met 'Ballo en Saltarello' van de Italiaanse componist Simone Molinaro (1565 - 1615), die voornamelijk bekend werd door zijn luitcomposities.

Vauxhall

Gister schreef ik iets over het Britse automerk Vauxhall, dat in feite al lang niet meer bestaat omdat het volledig veropeld is. De fabriek in Luton maakt de laatste jaren de Opel Vivaro en de Renault Trafic, weer zo'n typisch geval want wat 'badge engineering' heet. Wie in het Verenigd Koninkrijk een Vauxhallpersonenwagen wil krijgt een Opel met een Vauxhallnaamplaatje en het stuur aan de rechterkant. Vauxhall is zelfs niet meer leverbaar in Ierland, wanneer het merk in Nederland verdween, weet ik niet, maar het was ook redelijk onzinnig om twee, op de naam na, volledig identieke merken te blijven importeren. Vlak na de oorlog bracht Vauxhall nog heel eigen auto's op de markt en was het geen aanhangsel van Rüsselsheim. De auto's uit Luton waren vanaf 1906 altijd herkenbaar aan de canalures aan beide zijden van grille en/of motorkap en anders dan het gister gememoreerde vaderlandse autotijdschrift, dat suggereerde, dat het merk door GM zou zijn overgenomen om kleine wagens op de Europse markt te introduceren was Vauxhall bekend door zijn sportieve auto's, waarvan de in 1913 geintroduceerde 30/98 het meest succesvol was.
Een 30/98 'Wensum' uit 1924.

Een helaas koplamploze Vauxhall 1936, een naoorlogs model van Dinky Toys (30-D 3).

Een Vauxhall Cresta uit 1955, een luxe versie van de Velox.

13.6.09

Sax


De complete saxofoonfamilie van soprillo, via sopranino, sopraan, alt, tenor, bariton, bas tot contrabas in 'Crazy Rag'.

Data

De motorkap van mijn Panhard klopt niet: hij is zeker een jaar te jong en daarom haalde ik samen met een vriend een paar weken geleden een correcte kap uit 1962 uit Frankrijk. Daar moet veel aangebeuren en gister ben ik begonnen met de restauratie van de stadslichten. Wie het niet weet, ziet niet dat de kap, die er nu op zit, er niet op hoort. Dit soort zaken, in feite kleine wijzigingen van bouwjaar tot bouwjaar zijn schering en inslag in de automobielindustrie, maar niet alleen daar. Ik weet dat mijn zesversnellings-Sunbeam van na 1909 is, want dat was het laatste jaar dat het spatbord niet voor de voorvork uitstak, met behulp van Sunbeamexpert John Pinkerton heb ik de fiets gedateerd. Precies hetzelfde deed ik met mijn Raleigh uit 1929, hij is uit de tweede helft van 1929, belangrijk bij restauratie, omdat in de eerste helft van dat jaar Raleigh de sturen enz. vernikkelde en in de tweede helft verchroomde. Nu ik het toch over het rampjaar 1929 heb, een vaderlands autotijdschrift wil me doen geloven dat General Motors na de Wallstreetcrash (24 october 1929) Vauxhall en Opel kocht om zodoende met kleine auto's op de Europese markt te kunnen penetreren. Dat is klinkklare nonsens: Vauxhall werd al in december 1925 door GM aangeschaft en de familie Opel verkocht het merendeel van zijn aandelen in 1928 aan GM. Soms is dateren lastig, ook omdat er geknoeid en gemanipuleerd wordt, gesloten auto's worden omgebouwd tot open auto's: het aantal Bentleys dat in Le Mans zou hebben gereden loopt inmiddels, zo lijkt het, in de honderden. Het verschil tussen een auto uit het ene jaar en het andere jaar is soms lastig te zien: een Amerikaanse Ford uit 1946 is identiek aan eentje uit 1947, toch is het het onderscheid direct waarneembaar: de stadlichten zitten op een andere plaats. Een ander aardig hulpmiddel bij het dateren van Amerikaanse auto's van na de oorlog is naar de achterlichten te kijken, daar staat net als in een Sturmey- Archerdrieversnellingsnaaf, een datum in.
Links de positie van de langwerpige stadlichten van een Amerikaanse Ford uit 1946: naast de koplampen, bij een Ford uit 1947 zitten de ronde stadslichten onder de koplampen.

11.6.09

Vimy

Op 14 juni a.s is het negentig jaar geleden dat de Atlantische Oceaan voor de eerste keer per vliegtuig werd overgestoken. Dat gebeurde door twee RAF-vliegers: captain John Alcock en navigator Arthur Whitten Brown met een bommenwerper uit de Eerste Wereldoorlog, de Vickers Vimy. Het tweemotorige vliegtuig was in onderdelen in kratten verpakt per schip (ss Glendevon), vergezeld door de vliegers en acht Vickerstechnici naar Newfoundland verstuurd en vloog de 3058 kilometer naar Clifden in Ierland in 19 uur. Alcock en Brown wonnen daarmee de in 1913 door de 'Daily Mail' uitgeloofde prijs van 10.000 pond. Het vliegtuig is bewaard gebleven in het Science Museum in Londen, maar er zijn twee replica's, oorspronkelijk vlogen ze beide, maar na een brand in het toestel van het RAF-museum, vliegt alleen het exemplaar van het Brooklandsmuseum nog, al komt daar in november van dit jaar een eind aan.

Stoomorgel

Het geluid van het Taipeise lerarenorkest deed me denken aan dat van een stoomorgel of calliope, een fenomeen dat eertijds te vinden was aan boord van de raderboten op de Missisissppi. Het is eigenlijk heel simpel, maak een aantal verschillend gestemde stoomfluiten, zoals die ook op een locomotief te vinden zijn en verbindt die met een klavier. Het is een oorverdovend geluid, dat ik jaren geleden hoorde tijdens een bezoek aan New Orleans.

10.6.09

Sousa

Gisteravond hoorde ik in een BBC-programma van Ian Hislop over Poets Laureate de stem van Alfred Tennyson (1809 -1892). Opgenomen op een wasrol, veel ruis, maar duidelijk verstaanbaar. Zoiets heeft een ontroerend effect op me: ik beluister een stem, die meer dan 117 jaar geleden verstomd is. Ik heb een aantal opnamen van lang geleden, uit een tijd dat de fonografische industrie nog in zijn kinderschoenen stond, opnamen van de Sousaband uit 1904 bijvoorbeeld. John Philip Sousa (1854 - 1932), bekend door zijn 136 marsen, schreef veel meer: 15 operettes, 70 liederen, 7 boeken (waaronder zijn autobiografie) en meer dan 100 tijdschriftartikelen. De meeste marsen worden nog steeds gespeeld, soms in een merkwaardige vorm zoals door 'The Residents' in hun 'American Composers Series' (Torso 33022), met Sousa's liederen is het somberder gesteld, al geeft de CD 'Concert, Theater & Parlor Songs of John Philip Sousa' (Premier PRCD 1011) een aardige indruk. The Residents zijn niet de enigen, die Sousa's marsen op een ongekende manier uitvoeren, al is hun uitvoering van 'Nobles of the Mystic Shrine', The Stars and Stripes Forever, 'El Capitan', The Liberty Bell', 'Semper Fidelis' en 'The Washington Post' het meest extreem. Drie andere, ongewone, uitvoeringen van marsen van Sousa: eerst 'Highschool Cadets', heel toepasselijk gespeeld door de vrouwelijke leerlingen van een middelbare school in de Japanse stad Takasago, die er een swingende versie laten horen, vervolgens 'The Stars and Stripes Forever' uitgevoerd door 'The Thurlstone Bell Orchestra' uit het Engelse Yorkshire en tenslotte 'The Belle of Chicago' gespeeld door een lererarenorkest met alleen maar blokfluiten (foto) uit Taipei in Taiwan.

9.6.09

Tuba! 2

De sousaphone is in zo'n conjunto een wat vreemde eend in de bijt. Dat de naam van de Amerikaanse marsencomponist aan het instrument verbonden is, heeft natuurlijk alles te maken met het feit dat hij op zoek was naar een gemakkelijk mee te dragen instrument, er is van alles geprobeerd om de tuba marcherend mee te nemen: leren riemen, een soort harnas en zelfs een tuba met een verlengd mondstuk, zodat het instrument op de schouder kon worden gedragen. Maar de sousaphone, waar de speler als het waren inkruipt is het meest practisch en later bleek hij ook in de orkestbak uitstekend te functioneren. Sommige zogenaamde oude stijlorkesten gebuiken in plaats van een staande bas een sousaphone, dat is in feite te danken aan het feit dat het instrument in de tijd van accoustische plaatopnames veel beter op te nemen viel dan een staande bas. Het inmiddels al vijftig bestaande Deense orkest 'Peruna Jazzmen' met een nummer uit het repertoire van Jelly Roll Morton 'The Chant'. Helaas bestaat er geen beeldmateriaal van Mortons originele opname, maar ik kan het niet nalaten het schitterende origineel, opgenomen op 15 september 1926, te laten horen

Cadillac


Een van mijn Amerikaanse vrienden was jongstleden zaterdag met deze geleende auto naar een automobielbijeenkomst in Greenwich, Connecticut. Mooi is anders, zou ik van deze Cadillac uit 1959 willen zeggen, want de absurde lengte en de nog absurder staartvinnen dienen natuurlijk nergens toe. 1959 was wel een belangrijk jaar voor het topmerk uit de General Motorsstal, er werden 138.000 gebouwd, ze waren leverbaar met cruisecontrol en radio met twee luidsprekers, er was zelfs een speciale showcabriolet waarvan de kap en de ramen automatisch omhoog gingen zodra er een spatje regen viel.




Romeinen

Zaterdag vond ik deze Romeins ogend heer in de Herenstraat in Voorburg. Ik had moeite met fotograferen want een plusminus zesjarig kereltje in, wat tegenwoordig mode schijn te zijn, moderne camouflagedracht, stond voortdurend hinderlijk in de weg. Het Stadsmuseum Leidschendam - Voorburg organiseert van 6 juni tot 4 juli de maand van de limes, of in onze taal, de grenzen van het Romeinse rijk. Voorburg, toen Forum Hadriani, was een fort aan de grens.