28.2.13

Cursus 8

Hoe word ik een echte Bussummer?

kies het juiste antwoord na het bekijken van de foto

a. ik zorg bij mijn bezoek aan het filmhuis dat het trottoir voor voetgangers vrijblijft.
b. ik kwak mijn rijwiel neer waar het mij goedddunkt.

Natuurlijk moet het antwoord b. zijn want als echte Bussummer heb ik schijt aan anderen.

Frankrijk

Het zat vanaf het begin niet mee. Twee dagen voordat we liftend naar Frankrijk zouden gaan, liet mijn klas- en reisgenoot weten dat hij van de tocht afzag. Ik besloot alleen te gaan. Tot bijna aan de Franse grens kon ik meerijden met een bevriende Belgische arts, die ik op het hart drukte mijn ouders niet te vertellen dat ik alleen onderweg was. De eerste nacht kon ik logeren in het huis van zijn schoonouders,  een landgoed met kamers in verschillende pasteltinten. De volgende ochtend zette hij me af aan de grens. Er kwamen, het was zondagochtend, nauwelijks auto's voorbij en de  auto's die wel voorbij kwamen zaten vol. Ik stond er drie uur voordat ik werd meegenomen tot Arras. De vrede van Atrecht, dacht ik, er waren verschillende geweest, maar wanneer waren die ook al weer? Ik sjouwde met mijn rugzak over de fraaie markt naar de uitvalsweg. Nog steeds op weg naar Parijs. De somberheid sloeg toe. Want opnieuw stond ik tijden langs de kant van de weg, tot ik, het was inmiddels half zeven, eindelijk een lift kreeg en tien kilometer verderop belandde. Ik zag geen heil meer in verder liften, rolde mijn slaapzak uit bij bossages, zo'n honderd meter van de weg. Maar van slapen kwam weinig, plotseling was er een jolige stoet claxonerende automobilisten onderweg. Ik stond op. Dan maar naar de volgende plaats. Ik liep terug naar een bushalte en in een overvolle bus ging ik mee naar Bapaume en begreep de drukte. In Bapaume was kermis. Maar aan die uitgelatenheid had ik absoluut geen zin. Ik vond en hotel en wist de prijs van het logies te halveren omdat ik een slaapzak had.

27.2.13

Duiven

Begin deze maand, om precies te zijn op 4 februari, schreef ik een stukje over Los Lobos en mijn speurtocht voor Conrad Lozano naar bijzondere duiven: de Old Dutch Tumblers. Gister kreeg ik een email van Conrad. Hij houdt nog altijd duiven en stuurde deze foto mee (die kip is duidelijk verdwaald).

Wobbe

"Ik bin soa slecht in namen, is het nou Disselboom of Dallesbloem?"
"Nou ik der over nadenk mut 't hast wel Dallesbloem weze, want ik hew selden soan min(i)s(ter) ontmoet dy't 'oans land met soafeul nocht inne dalles werke wil."

26.2.13

Wobbe

"Noch 'n fraach over dat tsjipke inne wysfinger, dit keer fan Sybren Beintema uut 'e Haske. Of 't oek de middelfinger weze mach? Ja, dat mach, mar allenig as je an private banking doene. Want ferskil mut der weze."

Vakantiewerk

Behalve bij V&D heb ik eind jaren vijftig een zomer gewerkt bij een staatsbedrijf. Ik werkte op de afdeling export in een groot gebouw samen met de vaste medewerkers en een student geologie. De verrichtingen waren tamelijk geestdodend. Dus er diende enige actie te worden ondernomen, de student en ik kochten een fluitje en een trommeltje en gaven tijdens de middagpauze een concert terwijl we ons per paternoster op en neer lieten voeren. Diezelfde paternoster gebruikten we ook toen  we er achter kwamen  dat iedereen vijf minuten voor dat de officiële diensttijd was afgelopen, jas dan wel mantel al aan had om per paternoster zich naar de begane grond te laten vervoeren. Tilde je een plank op van de parenoster dan stopte hij. Wij vertrokken zes minuten eerder, tilden bij het verlaten van onze paternostercabine een plank op, zodat het voltallig personeel die dag de trap moest nemen.

ProRail

Bij ProRail lopen ze een jaar achter, als ik me niet vergis is het 2013, maar die liften zijn er nog altijd niet.

Agent


Muzikaalsmeer

Het is natuurlijk een schitterend idee: de muzikale geschiedenis van een dorp in een boek met dvd en cd. In Aalsmeer hebben ze dat idee verwerkelijkt, vorige week kreeg ik een exemplaar van het boek in handen. Zestig jaar muziek in Aalsmeer en alhoewel ik nagenoeg niets met bloemenveilingdorp onder de rook van Schiphol heb, heb ik genoten: uitstekend geschreven en goed geïllustreerd. Ik vraag me af of dat ook elders niet te verwezenlijken valt: zangkoren, fanfares, dansorkestjes en popbandjes in één boek.

Wobbe

"Oppe fraag van Doekele Keimpema wat 'r doen mut as 'n krimmeneel syn rechterwysfinger afhakt het: fut en dalik de bank belle fanself."

25.2.13

Wobbe

"Jim hewwe fast hoard dat jim in korten met jim mobyltjes betale kanne. Maar dan hew ik noch moaier nijs. Want se binne bij de banken al in 't gewear om over 'n paar jaar jimme met jim rechter wysfinger betalen te laten. In 't topke fanne wysfinger wudt 'n tsjipke met 'n eigen kode (jim sofinummer) inbrocht, suks is ferdomde makkeluk, want elkeneen het ommers 'n eigen patroan, dus pinkodus binne oek nyt mear noadich, je gane naar je bank, steke 'n finger in 'n gleufke, je geve an hoefeul geld jim op 't tsjipke hewwe wille en ferfolgus kanne je overal met je wysfinger betale. Want bij jim supermarkt ensoa binne dan oek gleufkes installeerd. 't Gemak dient de mins."

24.2.13

Piet van den Heuvel

Wie door den Haag loopt en een klein beetje aandacht besteed aan wat er hier en daar op een gevel of schutting geschreven staat, ziet zo nu en dan het woord NAPAKU. Het was, zeg maar, de artistennaam van Piet van Heuvel (1935 - 2004).  Hij was een beeldend kunstenaar, met wie ik gedurende een zomervakantie eind jaren vijftig heb gewerkt op de decoratieafdeling van V&D. We hielden alle twee van de muziek van Mingus en mochten graag met de mond minutendurende moderne jazzimprovisaties ten beste geven. Dat hield ons van het werk, want we maakten er, ver voor de luchtgitaar was geboren, de bijbehorende bewegingen bij, natuurlijk tot vermaak van de collega's, die ons waarschuwden met de kreet: "Verspreiden, verspreiden", als een hoogmogende de afdeling betrad. 's Maandagsmorgens was het warenhuis gesloten en dan moesten sommige etalages worden omgedecoreerd. Zo'n etalage moest eerst worden afgeplakt, zodat voorbijgangers niet konden zien wat er gebeurde, daar hadden wij echter geen zin in. We "vergaten" ook de etalagepoppen, die we moesten uitkleden, met een doek te bedekken, dat moest, want naakt was taboe. We gingen er met een  klein vierwielig wagentje op af, over de tapijtafdeling, waar het uitstekend racen was, een van ons in het wagentje, de ander er achter. Toen ik vanochtend dit in België opgenomen concert van het kwintet van Charles Mingus vond met Charles Mingus, bas; Jaki Byard, piano; Eric Dolphy, alt sax, fluit & basklarinet; Clifford Jordan, tenorsax en Dannie Richmond, drums, dacht ik aan Piet.

Wobbe

"Kan Willem-Alexander niet gewoan met 'n skûtsje over 't IJ?"
 

Drie broers

Een muzikale vader met drie muzikale zoons, van wie de naar hem genoemde Johann de bekendste werd. Dat moet dus over Strauss gaan en om nou niet altijd hun walsen in het zonnetje te zetten: drie polka's. Van Johann II (1825 -  1899) de "Tritsch-Tratsch Polka", van Josef (1827 - 1870) de "Feuerfest Polka" (duidelijk geïnspireerd op een smederij) en van Eduard (1835 - 1916) de "Knall und Fall Polka".

Gairgean



Gisteravond wrijf ik ter voorbereiding van kaasfondue een pannetje in met een teentje knoflook. Natuurlijk scharrelt Una om mijn voeten, zoals altijd op zoek naar mogelijke etenswaar. Ik snijd een stukje knoflook af, houd het voor haar neus en veronderstel dat ze terugdeinst, maar nee, ze eet het op. Vandaar het Schotse woord voor knoflook boven dit stukje. Dat ze mandarijn en appel eet, ok, maar knoflook?

23.2.13

Messing Aap

Wie het eerst met de term "Brass Monkey" is komen opdagen, weet ik niet precies. Was het de Amerikaanse alcoholfirma Heublein in de jaren zeventig met een voorgemengd drankje, dat heel misschien genoemd werd naar de Tweede-Wereldoorlogspion Rasske? Werd dat drankje populair gemaakt door The Beasty Boys? Of zongen zij over een alcoholische consumptie die jezelf kon mixen met rum, wodka en sinaasappelsap? Maar her en der worden ook andere ingrediënten genoemd. Of komt de naam van een bar in New York? Of van een videospelletje? Ik koppel de naam Brass Monkey altijd aan een gezelschap bestaande uit Paul Archibald, Martin Brinsford, Martin Carthy, Richard Cheatham, John Kirkpatrick en Roger Williams, een fantastisch orkestje, dat de Britse folk- met de Britse brassbandcultuur mengt.

Atje

Nee, ik heb Atje Keulen-Deelstra nooit ontmoet, haar man Jelle wel, want ik wilde wel eens weten hoe hij het in zijn eentje wekenlang met drie kinderen en het bedrijf op de boerderij redde, want een boerderij doe je samen. Hij redde zich uitstekend. Jelle overleed anderhalf jaar geleden. De radionieuwsdienst noemde zijn echtgenote steevast Atje, dat irriteerde mij mateloos. Waarom zeiden ze verdomme wel Dzjon als er John stond, maar niet Atsje als er Atje stond. Die irritatie van mij kwam niet zomaar uit de lucht vallen: mijn moeder heette Attje en tot haar groot verdriet maakten ze er buiten Friesland een potje van: Atze, Atje, Ans, je kon het zo gek niet bedenken. ATSJE was het, net zoals Reentsje trouwens en geen Rintje. Maar maak dat de eigenwize Hollânse stoepeskiters maar eens duidelijk.

22.2.13

Omid Djalili

De Britse stand-upcomedian van Iraanse komaf Omid Djalili zag ik vorige week zaterdagnacht in de film "The Infidel", over Mahmud die na de dood van zijn moeder ontdekt  dat hij geadopteerd is en joodse ouders had. Dat leidt tot verwikkelingen.

Krein

Nu ik het toch over in mijn ouderlijk huis gebruikte woorden heb, die soms tot verwarring elders leidden, een ander voorbeeld. Ik stond op uitnodiging van de leraar biologie voor de klas in  Den Haag vogels te benoemen, dat ging mij aardig af, tot ik bij de spreeuw kwam en deze protter noemde. De leraar keek verbaasd en vroeg me het woord te herhalen: "protter". Het duurde even voor het kwartje viel, ik gebruikte het Friese woord voor spreeuw. Deze week probeerde ik een potje krein aan te schaffen, imiddels weet ik dat dat scherpe goedje in het Nederlands mierikswortel en in het Engels horseradish relish heet. Thuis heette het krein. Uit Hartog Beems "Jerosche" weet ik dat het jiddisj is en dat: "Der is gut om krein zu reiben", die deugt nergens voor betekent. Er zijn twee variëteiten: een witte en een rode, de laatste wordt met rode biet gekleurd. In het  dorp waar ik woon had ik geen succes, ik vond een tube met een mierikwortelsmeersel, maar niet het orgineel. Gister in Den Haag schafte ik in een Russische winkel het origineel aan, de rode variëteit. Op het potje staat хрен (chren),  dat is verdraaid dicht bij het thuis gebruikte woord krein.

Flut 2

Van Ronald van den Boogaard kreeg ik een oplossing aangedragen van mijn moeders benaming (drage flut) voor magere melk. Flut, zo staat in het woordenboek, schijft hij, betekent slappe thee of slappe koffie. Maar  dan blijf ik met het bijvoeglijk naamwoord drage zitten, ik vermoed dat mijn moeder het Friese woord dreech, dat lastig/moeilijk betekent en in ieder geval een negatieve notatie kent, op haar geheel eigen wijze vernederlandst heeft.

21.2.13

Vier broers

In 1947 zette Woody Herman "Four Brothers", een compositie van Jimmy Giuffre op de plaat. De band was de "2nd Herd", Hermans bands heetten Herd en dit was het tweede orkest. De "vier broers" waren de saxofonisten Zoot Sims, Serge Chaloff, Herbie Steward en Stan Getz. Geen echte broers en dus niet passend in het rijtje van musicerende broers (en zussen) op dit blog, maar wel aardig als inleiding op vier echte broers die allen naam maakten in de muziek: de componerende zonen van Johann Sebastian Bach. Wilhelm Friedemann (1710 -1784), Carl Philipp Emanuel (1714 - 1788), Johann Christoph Friedrich (1732 - 1795) en Johann Christian (1735 - 1782). Wilhem Friedemann was kerkorganist in Halle en in die plaats buitengewoon ongelukkig door een aantal conflicten met de Liebfrauenkirche, Carl Philipp Emanuel studeerde rechten maar daarnaast een fameus "Clavierspieler", hij koos voor de muziek en werkte aan het hof van Frederik de Grote, Johann Christoph Friedrich was al even bekwaam op het klavier als zijn broer Carl en Johann  Christian, de zogenaamde Londense Bach omdat hij zich na in Italië te hebben gestudeerd in de Britse hoofdstad vestigde.

20.2.13

Flut

Gister per abuis een pak magere melk gekocht. Vanmorgen schonk ik een glas in. Het oogde waterig en plotseling schiet me de term die mijn moeder voor dat vocht gebruikte te binnen: drage flut. Ik zoek zowel in een Fries als een Leeuwarder woordenboek naar dat begrip. Het staat er niet in. Ik bel een vriend die meer bedreven is in zowel het Fries als het Stadsfries in. Hij kent het niet. Was drage flut net als overkommeling een van mijn moeders geheel eigen verrijkingen van de Nederlandse taal?

Oliphant

Laat ik de dag eens vrolijk beginnen met een fanfare van de hand van Oliphant Chuckerbutty (1884 - 1960), een Brits componist die volledig Soorjo Alexander William Langobard Oliphant Chuckerbutty heette, een naam, geef toe, die de nodige jaloezie opwekt, want het is een naam die je nooit vergeet. Aan zo'n naam kan bijvoorbeeld Jan Nagel een puntje zuigen. 's Mans achternaam, Chuckerbutty wordt gebruikt voor een alleraardigst Brits ocarinakwartet, The Chuckerbutty Ocarina Quartet, niet dat hij ooit voor de ocarina gecomponeerd heeft, maar dat doet er nu even niet toe. De ocarina, ook wel ocarino en in de Verenigde Staten sweet potato geheten, is een oeroud instrument, waarvan in India en China exemplaren van meer dan 10.000 jaar oud zijn opgegraven. Het is een soort bolle fluit van aardewerk en vorm je een ocarinakwartet dan heeft het geluid veel weg van een klein orgeltje. Hier een optreden van het Chuckerbutty Ocarina Quartet (met meer dan alleen ocarina's) in Polen.

19.2.13

The City Waites

The City Waites, een Engels kwartet, dat zich buigt over zeventiende Britse foklore heb ik hoog in het vaan, ook omdat de lijn tussen straat- en concertzaalmuziek in die eeuw nog niet zo nauw getrokken werd. Ik heb een CD van het kwartet, dat zich noemt naar een muzikaal gezelschap dat zich in vroeger tijden bij ieder offiële gelegenheid in stad en dorp liet horen, met de titel "How the world was", Social music for a 17th century Englishman, met een werkje van de hand van Henry Purcell vol scheten en boeren, wat maar weer eens bewijst dat de man meer noten op zijn zang had dan "Dido en Aenas". Hier zingt het kwartet, dat ook instrumentaal op oude instrumenten heel goed uit de voeten kan "The Mermaid". Meer weten, kijk hier.

Affiche






Austin

Zelfs de typenaam verraad welke bedoeling Austin had met dit in februari 1949 verschenen model "Atlantic": export naar de Verenigde Staten. Voorzien van een forse viercylindermotor (2660cc) met twee SU-carburateurs boekte de auto succes in Indianapolis en haalde verscheidene internationale records tijdens een rit van zeven dagen en nachten. Maar de verkoop aan de andere kant van de Atlantische Oceaan viel desondanks tegen. De motor komen we vanaf 1953 tegen in de Austin-Healey.

18.2.13

Bakker

Bakkers maken in de regel weinig werk van hun etalage. Ik ken een uitzondering: Bakker Kuiper in Baarn, ieder keer wanneer ik door de Laanstraat loop, kijk ik op welke komische manier Bakker Kuiper zijn waren tentoonstelt. Vanmorgen had het alles te maken met ijsvermaak. Intussen bleek dat hij één van zijn producten niet meer levert: er was te weinig vraag naar. Klaarblijkelijk wonen er te weinig noordelingen in Baarn e.o. "âld wiif", is uit het assortiment verdwenen.

Johann Gottlieb en Carl Heinrich Graun

Natuurlijk werd van de broers Graun, de één Carl Heinrich (1704 - 1759) bekender dan de ander Johann Gottlieb (1703 - 1771), want zo gaat dat nu een maal. Ze begonnen hun muzikale carriere  trouwens identiek: beiden in het koor van de Kreuzkirche in Dresden, daarna zong Carl Heinrich in het koor van de opera van die stad om op twintigjarige leeftijd naar Braunschweig te verhuizen om daar bij de opera te gaan en zes opera's te componeren. Negen jaar later vinden we hem in Rheinsberg waar hij in 1740 Kapellmeister wordt van Frederik de Grote. Johann Gotlieb studeerde o.a. in Padua en ook hem treffen we we aan aan het hof van Frederik de Grote, al is deze dan nog slechts kroonprins. In 1740 wordt hij benoemd tot concertmeester aan de Berlijnse opera. Van beide broers een compositie: eerst Carl Heinrich met een klavecimbelconcert, vervolgens Johann Gottlieb met een symfonie.

17.2.13

Bamboe

Niet zo merkwaardig dat men aan het eind van de negentiende eeuw zocht naar een lichter materiaal dan metaal voor het bouwen van fietsen. In 1894 verscheen de eerste fiets van bamboe en momenteel wordt met name in de Verenigde Staten opnieuw met bamboe gewerkt. Gister zag ik in een Utrechtse winkel een fiets van bamboe gemaakt in Ghana.

Alfred, Emil en Lionel Newman

 
Van een tweetal naar een drietal componerende broers: Alfred, Emil en Lionel Newman, die vandaag de dag waarschijnlijk het meest bekend zijn als de ooms van de singer/songwriter Randy Newman, die overigens net als zijn ooms begon met het schrijven van illustratieve muziek. De ooms componeerden voor films, Randy voor de tv-serie Peyton Place. Toen ik hem, medio jaren tachtig de elpee met de muziek liet zien, was hij behoorlijk verbaasd dat ik die plaat uit 1965 in de kast had staan. Hij deed licht geneerd.
Alfred (1901 - 1970) schreef de muziek voor meer dan 200 films en wordt beschouwd als een van de belangrijkste Hollywoodcomponisten, dit is zijn laatste werk, de titelmuziek voor "Airport".
Emil (1911 - 1984), minder bekend dan zijn oudere broer, moet zo'n honderd filmscores op zijn naam hebben staan, waaronder "Island in the Sky".
Lionel (1916 - 1989), die zijn muzikale loopbaan begon als pianist aan boord van het S.S. Rotterdam, heeft ook een goede 200 filmscores geschreven, waaronder "The Proud Ones".

16.2.13

Baarn

En daarna gingen we met de trein naar Baarn...

Beeld

Mijn wereldbeeld, ik weet het, wordt voor een belangrijk deel bepaald door de Tweede Wereldoorlog. dat maakt mij kwetsbaar, omdat ik vaak zaken die mij nu overkomen relateer aan de gebeurtenissen van toen. Laat ik een voorbeeld geven. Een tiental jaren geleden reisde ik met een jongere muziekprogrammamaker van de NOS naar Brussel voor een EBU (European Broadcasting Union)-conferentie van mensen die wereldmuziek lieten horen. Alhoewel er een Ier was, die uit het Geneefse hoofdkwartier van de EBU was aangereisd, waren er twee Duitsers van het lokale Berlijnse radiostation  Multikulti (uitspraak Moeltikoeltie), die de eerste viool speelden en in feite beslisten wie op een lijst kwam te staan van programmamakers die van platenmaatschappijen gratis CD's zouden ontvangen. Daartoe werd je aan een verhoor door het tweetal onderworpen en moest je platenlijsten overleggen van de in jouw programa gedraaide muziek. Ik voelde daar geen snars voor, ik maakte een programma voor de VPRO, een landelijke omroep en liet me niet ringeloren door het duo van een lokaal radiostation, de enige aan wie ik verantwoording had  af te leggen, voor hetgeen ik in "De Gezamenlijke Zenders Peazens & Moddergat" liet horen, was de hoofdredacteur van VPRO-radio. Dat zinde de Berlijners niet. Op zo'n moment moet ik op mijn tellen passen, want een opmerking, dat 1942 inmiddels al  enige jaren achter ons ligt, is gauw gemaakt. U begrijpt het, ik kwam niet op de lijst van gratis platenontvangers, de jeugdige NOS-radiomaker ook niet, want hij was het met mij eens, dat het Berlijnse tweetal geen enkele zeggenschap mocht hebben over Nederlandse radioprogramma's. Dat hij een jaar later toegaf aan de Berlijnse eisen, voelde ik en voel ik nog steeds als verraad. De Berlijners maakten het nog  bonter toen ze een met algemene stemmen gekozen Israëlische programmamaker wilden dwingen zich van de lijst terug te trekken en deze dat in overweging nam. Ik werd boos nam hem apart en zei hem: je moet hun het vuile werk laten doen, als zij jou op hun lijst niet willen, dan schrappen zij je naam maar, dan staat dat op hun konto en niet op het jouwe. Dit tweetal heeft geen lessen ut de oorlog getrokken en daarna niets bijgeleerd.

15.2.13

Ulbe

"Ik hew myn hele leven al peerdeflees freten en der is niks mis met!"

Fanny en Felix Mendelssohn

Het is natuurlijk onzin om te veronderstellen dat muzikale broers en zusters alleen in de jazz te vinden zouden zijn, ook de 'klassieke' muziek kent voorbeelden. De eersten die me te binnen schieten zijn Fanny (1805 - 1847) en Felix (1809 - 1847) Mendelssohn Bartholdy, kleinkinderen van de filosoof Moses Mendelssohn. Beiden uiterst muzikaal, maar gelukkig ook dochter en zoon van verstandige ouders, die niet met hun wonderkinderen de markt opgingen. Felix was en dat is minder bekend een uitstekend tekenaar (hier boven 'Gezicht op Luzern' van zijn hand). Zowel van Fanny als van Felix een compositie. Wie meer wil weten leest "Mendelssohn, A Life in Music" van R. Larry Todd, Oxford University Press 2003, ISBN 0-19-511043-9.

14.2.13

Kopen en lezen

Kopen en lezen: DE GROENE AMSTERDAMMER van 14 februari. 
Hoe de P.v.d.A. vandaag alles verloochent waar ze eens voorstond.

Blanche en Cab Calloway

Blanche (1902 - 1978) en Cab (1907 - 1994) broer en zus, erfden hun muzikaliteit van hun moeder, een pianolerares en kerkorganiste.  Cab werd ongetwijfeld de meest bekende van de twee en heel laat in zijn carriere kreeg hij nog een flinke duw in de rug door dit optreden met zijn grote succes "Minnie the Moocher" in de Blues Brothersfilm. Maar toch verdient de bijna vergeten Blanche onze aandacht, want zij was de eerste vrouwelijke orkestleider van een orkest dat volledig uit mannen bestond "Her Joy Boys", waarvan onder meer drummer Cozy Cole en tenorsaxofonist Ben Webster deel  uitmaakten. Ze had al een flinke loopbaan achter de rug: van 1923 tot 1927 gezongen in de musical "Plantation Days", in 1925 een grammofoonplaat opgenomen met Louis Armstrong en vocaliste geweest bij Andy Kirk's Clouds of Joy. In 1931 vormde ze haar eigen orkest. Dit is een opname uit 1934 "Catch On" en dit eentje van een jaar later "I Gotta Swing". Maar eenvoudig was het niet in de nogal altijd gesegregeerde Verenigde Staten, in 1936 op tournee, gebruikte ze de wc van een benzinestation in Mississippi, de politie werd gealarmeerd, een bandlid met een revolver geslagen en Blanche en het bandlid werden vervolgens gearresteerd. De rest van de band ging er met het geld vandoor en viel daarna uiteen. Haar broer Cab ging het inmiddels voor de wind. Ook hij was begonnen in "Plantation Days" en alhoewel zijn ouders hem bestemd hadden voor een advocatencarriere - hij bezocht daartoe eerst Lincoln University en daarna Crane College - koos hij voor de muziek. Zijn eerste orkest heette "The Missourians", een naam die veranderd werd in Cab Calloway and His Orchestra, een band die daarop gekozen werd als huisorkest van de Cotton Club, ter vervanging van het orkest van Duke Ellington, wanneer dat op tournee was. Cabs orkest werd één van de bekendste van de jaren dertig, niet alleen door zijn kenmerkende zang, maar ook door de musici (in 1939 kwam Dizzy Gillespie in de band, maar ook Chu Berry, Doc Cheatham, Ben Webster, Tyree Glenn en Jonah Jones maakten ooit deel uit van Calloway's orkest). Hier een opname uit 1936 "When you're smiling" toen Ben Webster en Milt Hinton in de band zaten, de fagottist Garvin Bushell, die ik gister liet horen in het orkest van Wilbur de Paris, speelt hier clarinet en altsax

Wobbe

"Ajim jim affrage waarom sommege minsen op Skiphol soa nuver ruke: se hewwe met de KLM feertien dagen naar Portugal weest en der was gin plak foar skoane kleren in hun handbagaazje."

13.2.13

Wilbur en Sidney de Paris

Opnieuw twee broers, maar hun grammoonplaat kocht ik niet meer op 78 maar op 45 toeren. Een epeetje van Wilbur de Paris New New Orleans Jazz met Wilbur de Paris (1900 - 1973) op trombone en Sidney de Paris (1905 - 1967) op trompet. Helaas is mijn destijds favoriete nummer "I've found a new baby" - met de als een stoomlocomotief accelerende trombone - op YouTube niet vinden*, maar "Cielito Lindo", een van origine Mexicaans werkje, is ook niet mis en maakt meteen duidelijk dat de broers het niet bij het tradionele dixielandrepertoire lieten en ze waren zelfs niet te beroerd om Ketèlbey's "In a Persian Market" op de plaat te zetten. Dat Wilbur eindigde met het spelen van opgefriste New Orleansmuziek was trouwens merkwaardig want hij had in 1946 deel uitgemaakt van de trombonesectie van het orkest van Duke Ellington en nam in december van dat jaar o.a. "Overture to a Jam Session" op. Eerder, in 1938 zette hij met Louis Armstrong "Struttin' with some barbecue" op de plaat, maar hij stond ook, net als broer Sidney, met Sidney Bechet in de studio. Hier is Wilbur met Bechet in "Jelly Roll Blues" en hier is Sidney met Bechet in "Muskrat Ramble". En nu de naam Jelly Roll toch gevallen is Sidney de Paris nam in 1939 met het orkest van Jelly Roll Morton "West End Blues" op, zo'm tien jaar eerder speelde hij in McKinney's Cotton Pickers (hier "Miss Hannah") een orkest onder leiding van Don Redman, die later furore maakte onder eigen naam o.a. met "The Reefer Man". Vanaf eind jaren veertig hadden de broers onder de naam van de oudste hun eigen orkest en ze gingen behalve in repertoirekeuze ook qua instrumentgebruik een experiment niet uit de weg want in "That thing called love" horen we duidelijk een fagot.
*Dit is alsnog een opname van "I've found a new baby", maar het is niet zoals ik het ken, het is een registratie in Juan-les-Pins met leden van het orkest van Claude Luter. De originele Wilbur de Paris New New Orleans Jazz is hier met "Panama".
P.S. Deze uitzoekerij begint trouwens verdacht veel op programmamaken te lijken. 
P.S. P.S. Toch gevonden "I've found a new baby", zoals ik het op de plaat heb: track nummer 9)

12.2.13

Achternaam 2

Eigenlijk had ik die naam Barquhar al veel eerder moeten vinden, van mijn vrouws meisjesnaam is Forker en dat is een van de vele spellingen van Farquhar. Op de website "The House of Names" vond ik er dit over: de naam Farquhar werd het eerst gebruikt door een oude Schotse stam, de Strathclyde Britons. Farquhar komt uit het Gaelic van het woord Fhearchair, dat mijn liefste betekent. Middeleeuwse Schotse namen kennen verschillende spellingswijzen zo wordt Farquhar ook als Farquher, Farker, Farkar, Forker, Farquar en Farquer geschreven.

Wobbe

"Toch hadstikkene goed dat se sich inne Tweede Kamer druk make over hun eigen lager loan, je binne per slot fan rekening fòlksferteugenwoardiger niet?"

Jimmy en Tommy Dorsey

Er waren meer broers dan de Hendersons actief in de jazz, zoals de Dorseys: Jimmy (1904 - 1957) speelde clarinet en altsax, Tommy (1905 - 1956) trombone. Je vindt ze samen o.a. in de The Charleston Chasers, een bandje dat gewoonlijk geassocieerd wordt met Red Nichols, omdat het een andere naam is voor diens Five Pennies, maar in "You lucky to me" uit 1930 is Phil Napoleon de trompettist. In het voorafgaande jaar hadden de broers de eerste opname onder eigen naam gemaakt: "Button up your overcoat", maar het was een voor de grammofoonplaat bijeengesprokkeld orkest. Begin jaren dertig hadden ze een vaste band, die onder hun naam optrad. De samenwerking tussen beide broers duurt niet lang want in 1935 loopt Tommy kwaad weg tijdens een repetitie, klaarblijkelijk omdat hij het tempo van een van de nummers te hoog vindt. Onverstandig, omdat de band in een concurrentiestrijd met het orkest van Benny Goodman gewikkeld is. Jimmy houdt de band bijeen, dit is een succesnummer uit 1938 "Long John Silver", inmiddels heeft Tommy een eigen band waarmee hij in 1936 "Stardust" (met zang van Edythe Wright) vastlegt. Tommy is ontegenzeggelijk de meest bekende van de twee en weet ook bekende namen aan zich te binden: Buddy de Franco, Gene Krupa, Nelson Riddle en ook hogenotenspecialist Charlie Shavers, die we bezig zien in "Opus One". Shavers is ook aanwezig in een opname van beide broers, als de ruzie al lang weer is bijgelegd: "Well, git it".

11.2.13

Achternaam

De heer Ozenfant was, zoals de naam al zegt, een echte heer gekenmerkt door een immer rustig optreden: geen onnodig geblaf en zeker niet als er aan de deur gebeld werd. Una is het tegendeel, altijd opgewonden op de uitkijk en zoals het 't best te omschrijven valt: de bek in beide poten. Geen dame dus. Maar tot nu toe ontbrak haar een achternaam en bij voorkeur dit keer een Schotse, want net als de heer Ozenfant is zij van Schotse komaf. Gisteravond bedacht ik dat ze Barquhar, een variant op de bekende Schotse achternaam Farquhar, moet heten: Una Barquhar.

Heigh ho & Ho Hey

In 1937 had je "Heigh Ho" uit de de Walt Disneyfilm Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen". Nu heb je op nummer vier van de Amerikaanse hitparade "Ho Hey" van de The Lumineers. De grammofoonplaat  moet ik als één van de allereerste muziekjes hebben gehoord, want ik vermoed dat hij speciaal voor mij, ik was een jaar oud, door mijn vader werd aangeschaft. The Lumineers, oorspronkelijk een duo uit New Jersey, dat probeerde in New York aan de bak te komen maar daar weinig succes had, verhuisde naar Denver en is inmiddels uitgebreid met een zangeres/celliste en ze zijn inmiddels ongelooflijk populair.

Fletcher Henderson 3

Fletcher Henderson (1897 - 1952) had een jongere broer Horace (1904 - 1988), die net als hij componeerde, arrangeerde, piano speelde en een band leidde, maar ondanks al die kwaliteiten nooit de bekenheid kreeg van Fletcher. Hij leidde o.a de Collegians waarin onder meer Benny Carter en Rex Stewart. Later speelde hij piano in het orkest van broer Fletcher. Dit is een opname van dat orkest, uitgebracht onder de naam Horace Henderson and his orchestra, het had 't voordeel dat de broers bij verschillende platenmaatschappijen met hetzelfde orkest onder contract konden staan.

Taxi

Gister las ik ergens in een column dat het woord taxi is ontleend aan het Duitse vorstenhuis Thurn und Taxis. Ik veronderstel dat de schrijver denkt dat het woord oliebol ontleend is aan de Amsterdamse schilder Jacob Olie, het woord snelkookpan aan de Achlumse schapenscheerder Jochem Snel en het woord wc aan de Amerikaanse componist en bandleider W.C. Handy. Het woord taxi komt namelijk van taximètre, een Franse uitvinding om tijd en snelheid van een auto te meten en daarmee de kosten van een rit te berekenen.
 Parijse taxi met taximètre

10.2.13

Schippers slaat door

Hoe ik met behulp van internet de minister van Volksgezonheid Edith Schippers in een kliniek voor ernstig geestelijk gehandicapten kan laten opsluiten weet ik niet, maar misschien heeft ze zelf een oplossing voor mijn probleem. Want vandaag debiteerde ze in "Buitenhof" de volgende onzin: "We regelen steeds meer zaken online, we kopen er onze kleding en boeken onze reizen. Ook de zorg kan meer via internet plaatsvinden, dat is niet alleen goedkoper, maar ook een vooruitgang voor de patiënt die meer vanuit huis kan regelen, en bijvoorbeeld ook in de avonduren zorgvragen beantwoord kan krijgen."

Nemo 3

Bericht van Charlie: "Midden in de nacht hebben ze de straat schoongemaakt, ik kon het zien vanaf de bovenverdieping van ons huis, ze gebruikten eerst een enorme shovel, die bijna tot de hoogte reikte waar ik stond. Mijn vrouw zei dat ze drie keer door de straat kwamen om de weg vrij te maken voor de sneeuwploegen. Er kwamen twee sneeuwploegen, die drie keer door de straat reden. Ik heb me aangekleed om het pad naar ons huis schoon te maken, omdat de ploegen de sneeuw zo hoog hadden opgehoopt, dat ik bang was er niet meer met mijn sneeuwblazer door te kunen komen. Ik hoorde net dat in Hamden, een mijl verderop de meeste sneeuw is gevallen, meer dan een meter. Ik ben om half vijf vanmorgen naar buiten gegaan en ben tot half acht bezig geweest om in ieder geval voor één auto de weg vrij te maken. Het nam zoveel tijd in beslag omdat ik  de sneeuw verderop op een hoop moest gooien, ik wilde voordat de zon opkwam klaar zijn. Ik ga nu opnieuw naar buiten om de boel verder schoon te maken."



Fletcher Henderson 2

In plaats van een geplukte of gestreken bas werd in de opname van "One of these days" (zie gister) een tuba gebruikt, dat was bij accoustische jazzopnames gebruikelijk, omdat de geblazen bas beter op de plaat vast te leggen viel. Wie de plaat goed beluistert, ziet het volgende patroon: de hele band, daarna de houtblazers met wat versieringen door het koper, een lange trompetsolo van Louis Armstrong (de ster van het gezelschap), opnieuw de houtblazers afgewisseld met een break van de trombone, nog een keer de houblazers met een trombonebreak en tenslotte de hele band tot het eind.
Tien jaar later, in 1934, klonk de Fletcher Hendersonband heel anders en het is bij het beluisteren van "Down South Camp Meetin'" duidelijk waarom Benny Goodman veel arrangementen van Henderson gebruikte. Behalve een trompetsolo worden de houtblazers- en kopersectie tegen elkaar uitgespeeld. Swing is here! En, o ja, de tuba is verdwenen: Elmer James staat aan de bas.
(De plaat kocht ik niet in Antwerpen, maar tien jaar geleden op een verzamelaarsbeurs)

Nemo 2

 






9.2.13

Fletcher Henderson

Deze achtenzeventigtoerengrammofoonplaat heb ik in 1956 aangeschaft, op het label staat dat de opname op 18 april 1925 plaats vond, recent onderzoek geeft een eerdere datum, ook de tubaspeler is inmiddels bekend: de op Puorto Rico geboren Ralph Escudero (1898 - 1970). "One of these days" is onbekend gebleven ten opzichte van "Some of these days". Nog een nummer van hetzelfde orkest met een fraaie solo van Louis Armstrong "Sugar Foot Stomp".

Rudge 3



 Eén bladzijde van de Rudgefolder uit 1954 is gewijd aan de verlichting en om precies te zijn aan de Sturmey-Archer (ook onderdeel van het Raleighconcern) naafdynamo. Er waren twee types: één voor het achterwiel gecombineerd met een drieversnellingsnaaf  en één voor het voorwiel. Er was slechts één probleem, hoeveel spaken had het voorwiel? In het Grootbritse hadden voorwielen in de regel minder spaken dan het achterwiel, logisch omdat het achterwiel zwaarder werd belast. 
 
Ik heb in mijn Raleigh RSW16, een fietsje dat in de jaren zestig werd uitgebracht om met Moulton te concurreren, zo'n naafdynamo, die prima werkt, want anders dan een gewone fietsdynamo slipt hij ook bij sneeuw nooit. Ik zag ooit een opvouwbare versie van de Raleigh RSW16 uitgebracht onder het merk Rudge, maar dat vouwen had geen enkele zin, want het fietsje bleef groot. 
 Ik heb ook een complete, splinternieuwe verlichtingsset met voorwielnaafdynamo, koplamp en achterlicht. Lastig in een Nederlandse fiets te monteren, want, jawel, alleen geschikt voor een velg met 36 spaken.

Nemo

Kreeg net deze foto van vriend Charlie: sneeuwstorm Nemo in Connecticut.

8.2.13

1888

Kolonel George Edward Gouraud (1842-1911) [foto] was Edisons vertegenwoordiger in Londen en hij nam op 29 juni 1888 op wascylinders Händels "Israel In Egypt" op, het is de oudst bewaarde muziekregistratie.

Biermösl Blosn

Als je dan toch ergens muzikale kritiek op wilt hebben doe het dan op een melodie die - om een oud woord te  gebruiken - "het klootjesvolk" aanspreekt, wat dat betreft, begrijp ik die rappende "fuck-you-generatie" niet goed, want ze preekt uiteindelijk alleen maar voor eigen parochie en ik weet allang dat ik, alleen al qua leeftijd betreft, niet deug. Schoppen tegen heilige huisjes moet op een melodie gebeuren die elke luisteraar als het ware in het bloed zit, dat had de Beierse groep "Biermösl Blosn" goed begrepen en ik had ze om diverse redenen heel hoog in het vaan. Het enige probleem was, dat ik er een tekstboekje bij nodig had, want Beiers verstaan is een kunst, die ik nauwelijks beheers. Maar het loog er niet om wat de broers Well de steevast CSU-stemmende Beieren voorhielden. Een jaar geleden hebben de broers een punt achter hun carrière gezet: inmiddels is de staat niet meer de CSU en de CSU niet meer de staat, ze hebben zichzelf als het ware na vijfendertig jaar overbodig gemaakt.  Van hun CD "Wo samma" is dit "'S Diandl liabn". Zoiets zie ik in de Tweede Kamer nog niet gebeuren: hier treden de broers op in het Beierse parlement met "Evangelium der Banken".  Meer over "Biermösl Blosn" op hun gelukkig nog steeds bestaande website.

7.2.13

Peter Gilmore

Op Schiphol had ik een fles Poolse wodka voor hem gekocht, toen ik hem voor de tweede keer ging interviewen. Altijd lastig, want je kunt een acteur niet twee maal hetzelfde verhaal laten vertellen. Ik landde in Birmingham, huurde een auto en reed naar Ludlow waar Peter Gilmore, ster uit de "Onedin Line" in een stuk van Shakespeare optrad. De bühne bleek een openluchttheater en ik wachtte keurig tot de repetities waren afgelopen. Hij was oprecht blij me terug te zien en opgetogen toen ik de fles wodka overhandigde. 's Avonds nodigde hij me uit samen met de andere acteurs een glas te drinken en stelde voor hem de volgende dag rond het middaguur te interviewen. Ik meldde me rond een uur of twaalf bij het theater: "Let us take my car and go somewhere". We stapten in zijn Mercedes 230SL en reden naar de top van een heuvel. Naast elkaar op een bank begon het gesprek, dat allerlei kanten opzwalkte: van zijn geboorte in Leipzig, waar zijn ouders de Messe bezochten, naar zijn joodse achtergrond, van zijn rol als kapitein in de "Onedin Line" naar zijn niet al te beste ogen waardoor hij (hij grinnikte) waarschijnlijk de juiste zeemansblik om over de golven te staren bezat, van zijn Mercedes naar andere auto's, kortom ik zou er - maar dat kon me op dat moment geen snars schelen - veel werk aan hebben om ons gesprek tot een te publiceren interview bij te schaven. Soms gaat de toon, de "setting" van het gesprek boven alles en daarom herinner ik me hem en daarom herinner ik me ook het uitzicht vanaf de heuvel. Peter Gilmore overleed op eenentachtig jarige leeftijd.

Rudge 2

 Net als andere rijwielfabrieken begon Rudge zo'n eeuw geleden zijn fietsen van een motor te voorzien en in 1911 werd het serieus: er kwam een echte Rudge motorfiets op de markt en tot 1946 zou Rudge motorfietsen bouwen. Bovenstaande foto toont een Rudge uit 1938. De volgende stap moest uiteraard een auto zijn. In 1912 kwam een Rudge "cyclecar" op de markt met een 750cc motor en een variabele versnelling die op een pulley schoof. De eindaandrijving gebeurde met een riem. Het was echter geen succes en binnen een jaar was het wagentje weer verdwenen.

Rudge


Het is hoog tijd om weer eens een fiets op dit blog te parkeren: een Rudge uit 1954, in dat jaar geimporteerd door Groothandel Westor in de Amsterdamse Spuistraat, Rudge maakte toen al elf jaar deel uit van Raleigh Industries. De naam Rudge komt van Dan Rudge, die in 1869 een "boneshaker" bouwde.
Het ronde trommeltje aan de zadelbuis bevatte een drietal batterijen, zodat de verlichting ook brandde als je voor rood licht wachtte. De prijs van het complete rijwiel lag rond de f.270,--.

Howard Goodall 2

Iedereen die maar een klein beetje geinteresseerd is in muziek zou Goodalls "The Story of Music" moeten aanschaffen, want het boek maakt waar wat het belooft: de geschiedenis van muziek, een onderwerp waar we als puntje bij paaltje komt nooit alles zullen weten, want muziek is voor alles klank en omdat er pas laat een notenschrift is ontstaan is de muzikale prehistorie immens. Hoe de muziek van de oude Grieken klonk zullen we nooit weten, terwijl hun geschreven woord overbekend is. Aan de hand van Goodall kan ik hier een compositie uit de negende eeuw van Kassia van Constantinopel laten horen. Meer dan duizend jaar geleden genoteerd en nu opgenomen en te beluisteren.

6.2.13

Toto

"Wat was dat ook alweer voor hond in de film "The Wizard of Oz"? Juist, het kon alleen maar een intelligente hond zijn. Mijn soort dus: een cairnterrier. Dank u. Maar wat zie ik hier? Een dommig sukkelaartje van een mij onbekend ras in het jurkje van Dorothy. Schande, grrrrrrrrrr." Una