31.7.14

Artis 6


30.7.14

Artis 5


29.7.14

Clothin'






 



Althoogh Ah ne'er mit heem Ah ken 'at maister Ozenfant feel plat oan his back shootin' wi' laughter, glaikit owners but still e'en mair glaikit dogs, whaur dae ye hae teeth fur suckers?
Una Barquhar



Artis 4


28.7.14

Artis 3


27.7.14

Beessie

Aam aye interested when Ah see a dug in ur oan a motur, sae when Ah saw thes wee van wi' beessie oan it Ah immediately gae it mah attention. Ay coorse Ah ken it was dutch, coz Ah ken beessie is a somewhat inferiur expression fur an beastie an 'funraising fur animals' is a typical example ay improper use ay th' sassenach leid th' dutch ur knoon fur.
Una Barquhar

Artis 2


Newport 1963 3

In 1928 had hij een paar platenopnamen gemaakt, maar succes was uitgebleven. Op één van de platen bezong hij Avalon de plaats waar hij woonde. Jaren later zorgde precies dat liedje dat hij teruggevonden  werd, want Tom Hoskins, een Amerikaanse bluesliefhebber ging op zoek en vond hem in Avalon en dat was de reden dat  Mississippi John Hurt in 1963 op het Newport Folkfestival stond.

26.7.14

Foto

Met mijn kleine camereraatje kreeg ik dit natuurlijk niet scherp,  maar dat kon me niet schelen, deze foto moest vanmiddag gemaakt worden omdat ik de kleuren mooi vond.

Newport 1963 2

Ik heb ze al genoemd: Peter, Paul & Mary (Peter Yarrow, Noel (Paul) Stookey & Mary Travers), qua zang 'n tikkeltje aan de zoetige kant, maar politiek zeer actief.  In 1961 samengesteld na een auditie in New York, hadden ze hun eerste grote hit in 1963 met "Puff, the Magic Dragon", die, zonder dat dat de bedoeling was, geassocieerd werd met drugsgebruik. In 1969 stonden ze met het door John Denver geschreven "Leaving on a Jet Plane" op de eerste plaats van de Amerikaanse hitparade. Het jaar daarop viel het trio uit elkaar, om acht jaar later weer samen te komen. Tijdens het Newport Festival 1963 zongen Peter, Paul & Mary o.a. het door Pete Seeger geschreven "If I had a hammer".

Artis

Vijfentwintig jaar geleden ging ik met een fototoestel een middagje naar Artis, ik keek naar dieren, dieren keken naar mij.

25.7.14

Leren

Elke dag leer ik er iets bij. Zo'n veertig jaar geleden verplaatste ik me in bovenstaande rouwauto. Tenminste dat schijnt de tegenwoordige benaming voor een dergelijk voertuig te zijn,  destijds heette het lijkwagen of begrafenisauto. Wat vervoer je eigenlijk in een rouwauto en wat gaat er met degeen die achter in ligt gebeuren?
 Maar er is meer, zo weet ik sinds een paar dagen dankzij de Turkse premier Erdogan dat Israël barbaarser is dan Hitler, zoiets moet ik toch eens opnemen met een Koerd of beter nog met een Armeniër, alleen heb ik die niet in mijn kennissenkring. 
Waarom Nederlanders van Turkse komaf hier achter Turkse vlaggen tegen Israël demonstreren is mij ook niet duidelijk en waarom er antisemitische spreekkoren in de Haagse Schilderswijk worden geuit tegen het Israelische bloedbad in Gaza ook niet. Net zo goed als er een verschil is tussen ezels en paarden, is er een verschil tussen Israeli en Joden.

Electra

Dat aan 't eind van de negentiende eeuw de strijd tussen benzine, stoom en electra wat aandrijving van auto's nog onbeslist was is duidelijk en zelfs was tot in de jaren twintig in de Amerikaanse grote steden een electrische auto voor de vrouw des huizes nog altijd een mogelijke en verstandige aanschaf, maar daarna wordt de spoeling wat electra betreft dun. Medio jaren dertig was er een poging in Engeland met de Wilson Electric - geheel gemodelleerd naar benzineauto's van destijds, dus met een fakegrille - verkrijgbaar als coupé en cabriolet, maar de tijd was er absoluut niet rijp voor en veel zijn er niet verkocht.

Newport 1963

Het Newport Folk Festival vond in 1963 van 26 tot en met 28 juli plaats, er traden meer dan 70 muzikanten  op en het festival werd bezocht door 37000 man. Organisator was George Wein die de volgende  zeven bekenden  uit  de Amerikaanse folkwereld aanstelde om te bepalen wie er optraden: Theodore Bikel, Bill Clifton, Clarence Cooper, Erik Darling, Jean Ritchie, Pete Seeger en Peter Yarrow. Behalve de al genoemde Joan Baez, Judy Collins en Mary Travers was Buffy Sainte- Marie één van de vrouwelijke solisten op het festival, geboren in Canada op een indianenreservaat, werd ze als wees geadopteerd door het echtpaar Sainte-Marie in de Verenigde Staten. Hier is Buffy (foto) met haar "Cod'ine", waaraan ze verslaafd was geraakt na een keelinfectie.
In 1963 was de strijd voor burgerrechten in het zuiden van de Verenigde Saten inn volle gang, brandslangen werden uitgerold in Birmingham, Alabama om de segregatie in stand te houden, er werd geschopt, geslagen en er werden honden op de demonstranten losgelaten. Ook in Albany, Georgia vonden demonstraties plaats, de Freedom Singers, een kwartet bestaande uit Bernice Johnson, Rutha Harris, Cordell Hull Reagon en Charles Nesbitt kwam uit Albany was opgepakt en had in een politiecel gezeten. Het kwartet trad op tijdens het Newport Folk Festival 1963, in de gospeltraditie is dit "Woke Up This Morning".

24.7.14

Joan & Mary

Behalve Judy Collins waren er in ieder geval twee andere zangeressen in Newport in 1963: Mary Travers (1936-2009) (foto) - bekend van het trio Peter, Paul & Mary - en Joan Baez (1941), samen zingen zij "Lonesome Valley" van  de aartsvader van de Amerikaanse folklore Woody Guthrie, Travers voegt enige actuele coupletten toe aan Guthries compositie.

23.7.14

Hagelslag

Dankzij mijn goede vriend Peter-Olaf N. te Neur (te Donderen, Drente) die voortdurend zijn oor te luisteren legt in Brussel, weet ik van de voortgang van de boycott die de Europese Unie plant tegenover  Rusland, zo zal de export van sinaasappelmarmelade uit het Verenigd Koninkrijk worden stopgezet, de levering van handwapens en nachtkijkers zal echter doorgang blijven vinden, de uitvoer van camembert uit Frankrijk zal worden beëindigd, de levering van oorlosgsschepen gaat evenwel door, evenals de training van de bemanningen van  de schepen, de Nederlandse regering legt de export van kogelvrije vesten naar Rusland niets in de weg, de uitvoer van chocoladehagelslag zal m.i.v. 3 september 2015 worden gestopt, tevens zal het spaartegoed van de twaalfjarige Dimitri Kaskuskilianow worden bevroren, kortom Europa gaat er weer hard tegenaan.

Drs. Barend-Otto ter Vloot, Steenwijkerwold.

Judy

Achter Bob Dylan zit, naast het drietal al genoemde mannen, ook een vrouw: Judy Collins (1939), die na opgeleid te zijn als klassiek pianiste (debuut op dertienjarige leeftijd), de gitaar oppakte en een carriere begon als 'folkie', en geïnspireerd raakte door Woody Guthrie en Pete Seeger, daarna kwamen de liedjes van Ochs, Dylan en Paxton aan de beurt, voordat ook Leonard Cohen, Jacques Brel en Kurt Weill van haar repertoire deel gingen uitmaken. Judy Collins is nog steeds actief, niet alleen als zangeres, maar ook als ambasadrice van Unicef en voert campagne tegen het gebruik van landmijnen. Tijdens Newport 1963 zong ze o.a. "Anathea".  Op de elpee "Crosby, Stills & Nash" (Atlantic 588189) uit 1969 staat de door Steven Stills geschreven "Suite: Judy Blue Eyes".

22.7.14

Freek & Bob 2

V.l.n.r.: Clint Howard, Fred Price, Tom Ashley en Doc Watson.
Tom, eigenlijk, Clarence Ashley (1895-1967) - Tom was de bijnaam die zijn grootvader hem gaf - begon als muzikant bij zogenaamde medicine shows toen hij een jaar of vijftien was. Een medicine show was een gezelschapje dat rondtrok met, zeg maar een kwakzalver, van jaarmarkt naar jaarmarkt, om met muziek en grappen en grollen publiek te trekken, zodat de nodige 'medicijnen' verkocht konden worden. Tom is de man met de hoed achter Bob Dylan, naast hem zit Doc Watson (1923-2012), een blinde, fenominale gitarist, die verreweg de bekendste zou worden van de achter Dylan gezeten musici. Ik interviewde hem in de jaren zeventig en nam een concert van hem op met zijn zoon Merle (1949-1985) en T. Michael Coleman in Diligentia Den Haag. Clint Howard (1931-2011), de man die Bob Dylan een plectrum geeft, was de buurman van Ashley en de muziek die ze maakten heette hillbilly tot het, omdat het te denigrerend klonk, old timey ging heten, in ieder geval vormt het de basis van alles wat nu countrymuziek genoemd wordt. Hier zingt Ashley een klassieker uit het old timeyrepertoire "On the Banks of the Ohio", de opname dateert uit 1961 en er is ook een fiddler van de partij: Fred Price.

21.7.14

Freek & Bob

Gisteravond sloot Freek de Jonge Zomergasten af met een opname van Bob Dylan. Bob Dylan tijdens 't Newport Festival 1963. Bob Dylan had, toen hij wilde inzetten geen plectrum en keek  achterom, waar Tom  Ashley, Doc Watson en Clint Howard zaten. Clint Howard gaf Bob Dylan vervolgens een plectrum.

Ford T

Laten we maar aannemen dat dit een T-Ford is uit 1914. Maar het wonderlijke is dat hij op een parkeerplaats staat van een wegrestaurant. Dat kan in ons land niet. Maar dat kan in de Verenigde Staten wel, een enkele keer haalde ik zo'n honderdjarige in, die zich op geheel eigen kracht op de vluchtstrook van de 'highway' voortbewoog. Ik vond dat altijd prachtig, veel mooier dan zo'n auto op een aanhanger achter een forse suv op weg naar een of ander evenement. Lord Mr. Ford, what have you done?

20.7.14

Ulster

Zul je altijd zien komt er uit Laren een Austin "Ulster", lukt het mij niet mijn fototoestel in gereedheid te brengen. Prachtig klein autootje, die Ulster, op basis van de Ausin Seven, die in  1922 geïntroduceerd was en met veel veranderingen en verbeteringen tot 1939 in productie bleef. Of het een echte Ulster  (zoals hier te zien)  was, die ik gister zag, weet ik niet, er zijn nogal wat replica's op basis van een andere Austin Seven in omloop. Nou zijn alle Ulsters in feite replica's, maar dan door Austin zelf gefabriceerd, want de autootjes ontlenen hun naam aan races in Noord-Ierland.

Opnieuw Ons Fraanske

Dacht ik nog heel even dat Ons Fraanske met opgeheven hoofd in een oncomfortabel voertuig over nog oncomfortabeler wegen de onderzoekers aanvoerde op weg naar Oost-Oekraine, blijkt hij alweer aan de leut in het vaderland, klaar om een kreet op zijn Facebookpagina het zwerk in te slingeren. Want ons Fraanske is furieus en de premier voert een intens telefoongesprek met Poetin. Furieus en intens. Zulke woorden zetten zoden aan de dijk. Tenminste wanneer je als dijk de Nederlandse bühne beschouwt. Wel een RRF (Rapid Reaction Force), maar het laten bij een persconferentie in Kiev en een telefoongesprek. Gossietoch.

Lezen

Ter gelegenheid van mijn verjaardag o.a. twee boeken ontvangen: "Uit Koers" van Frank Heinen, over wielrenners die het niet haalden. Interessant maar met één gebrek: geen namenregister achterin en dat blijkt een groot manco, want wanneer ik 's middag naar het toerverslag  luister op Sporza van Michel Wuyts en José De Cauwer en 's avonds naar Vive Le Vélo kijk op dezelfde zender met Karl Vannieuwkerke, dan vallen er vaak namen van renners over wie ik iets in "Uit Koers" gelezen heb, maar ik kan ze niet terugvinden. Het tweede boek lees ik nog: "Deutsche Exilliteratur im Niederländisch-Deutschen Beziehungsgeflecht. Eine Geschichte der Kommmunikation und Rezeption 1933-2013" van Els Andringa. Het lezen heeft tijd nodig en het nadenken over wat ik gelezen heb nog meer. Soms slaat verbazing toe, dat het vaderland laf was vanwege commerciële activiteiten was (en trouwens nog steeds is), wist ik en dat het voor Duitse (lees Joodse) vluchtelingen moeilijk was om hier opgevangen te worden wist ik eveneens, dat de toenmalige majesteit  de vluchtelingen niet op de Veluwe duldde omdat zij daar een optrekje had, wist ik ook, maar dat de correspondent van de NRC in Berlijn, die kritisch over het regerende nazituig berichtte, door de krant werd ontslagen, wist ik niet. 

19.7.14

Laren N.H.

In Laren (Noord-Holland) worden klaarblijkelijk alleen Porsches door autodieven bezocht.

Cernay en zo 7

Ik deed de deur van de auto, toen ik eenmaal boven op de col was, open en meteen stak een ezel zijn hoofd naar binnen. Ik reed destijds een pickup en het ezeltje bleef er om heen draaien, het bekeek in het truckbed de bevestigingsbeugels waarin ik mijn fiets meenam, kortom het was zeer geinteresseerd in het destijds redelijk van andere auto's afwijkende voertuig. Ik vraag me af of dieren zoiets opmerken, de heer Ozenfant blafte, terwijl andere voertuigen hem worst waren, steevast naar tractoren.
Op diezelfde col, ik heb dom genoeg geen dagboek bijgehouden, dus ik weet niet maar welke,  maakte ik een wandeling en ontmoette deze eenzame koe.
Ergens ten noorden van Straatsburg was in een dorp een omrastering waartussen zich zwijnen bevonden. Ik stopte en zette eentje op de foto.

18.7.14

Mark

Mark I: the father, Mark II: the son, Mark III: the holy ghost?

Cernay en zo 6



Uit Leeuwarden kreeg ik van Ad Fahner een foto van het gerestaureerde hoekpand van de Rue des Trois Rois in Mulhouse, de corsetten zijn vervangen  door voedsel.

Hier is ons Fraanske weer

Ik moet het  weer even hebben over ons Fraanske  of voluit Franciscus Cornelis Gerardus Maria Timmermans die weer een stukje wegkakelt op Facebook, want de Minister van  Buitenlandse Zaken legt geen verklaring af, maar reageert zoals gewoonlijk op Facebook, wanneer hij geen recensie schrijft over de jongst verschenen plaat van Bruce Springsteen. Zo weten we dat hij geen enkel bezwaar had dat de majesteiten naar Sotsji afreisden - terwijl andere landen geen hoge afvaardiging stuurden - en dat hij vooral met Putin in gesprek wilde blijven. Naar aanleiding van het neerhalen van de Maleisische Boeing kakelt ons Fraanske „Wij zijn het aan de slachtoffers en hun nabestaanden verplicht om uit te zoeken waardoor deze vreselijke ramp zich heeft voorgedaan. Het is fijn te merken dat er zoveel steun hiervoor is, want wij zullen niet rusten tot de oorzaak is opgehelderd”.
 




17.7.14

Deutsch

 Heel even, maar dan ook maar heel even denk ik een CD (Charles Deutsch) te zien, maar eigenlijk is de auto er te groot en te bol voor: het is een Jaguar F-type. Ik sprak Charles Deutsch eind jaren zestig in zijn Bureau d'Études in Parijs en ergens  heb ik ook nog een paar brieven hem. Nadat hij voor de Tweede Wereldoorlog met René Bonnet een sportwagen met een Citroënmotor bouwde, waarvan het gebruik na de oorlog door Citroën werd verboden, kwam de Panhardmotor in het vizier. Op zeker moment scheidden de wegen van Deutsch en Bonnet, Deutsch bleef Panhard trouw en wist opzienbarende zaken uit de kleine tweecylinderluchtgekoeldeboxermotor te halen. Bovenstaande CD dateert uit 1963. 
Momenteel leven we in een tijd van het grote kopiëren, originaliteit is ver te zoeken, Fiat haalt het aloude rugzakje - echte naam 500 - uit de kast, BMW blijkt met zijn Mini totaal niet begrepen te hebben wat Issigonis met zijn oorspronkelijke ontwerp voorhad en Volkswagen bouwt momenteel  o.a. een parodie op de Kever. Jaguar heeft geen enkele moeite gedaan om origineel te zijn en anders dan Fiat, BMW en Fiat die met hun "nieuwe" auto's ontwerpen uit eigen huis gebruikten, heeft de fabriek de CD als voorbeeld genomen.

Gugga Ratscha

Nee, nee, ik weet dat je kakkerlak in 't Spaans anders schrijft, maar de naam van de band in Mulhouse is dan ook niet Cucaracha maar Gugga Ratscha de Mulhouse. In ons land had je lang geleden dergelijke, zij het niet gecostumeerde orkesten, zoals De Veulpoepers en De Fanfare van de Eeuwigdurende Bijstand. Hier neemt Gugga Ratscha de Mulhouse Depeche Mode's "Just can't get enough" onder handen. "La Cucaracha" is  trouwens een fameus lied uit de Mexicaanse revolutie en naast "La Bamba" verschijnlijk het meest bekende Mexicaanse lied.

Cernay en zo 5

 
Nog eens drie foto's. De eerste maakte ik vanuit een hotelraam ergens in het noorden in de buurt van Straatsburg.
 
Ik vind verval van huizen altijd mooier dan gloednieuw, deze foto is - ik  heb even moeten zoeken of er een Rue des Trois Rois in de stad bestaat - in Mulhouse. Inmiddels zal de boel wel gerenoveerd zijn want er zijn vier restaurants in de straat, de vraag naar corsetten,  hoe gerenommeerd ook, daarentegen is volslagen verdwenen.

Deze foto zette ik eerder op dit blog: omdat hij qua foto misschien niet zo heel interessant is maar wel  qua  opschriften op de muur: hier werd geschiedenis geschreven.



16.7.14

Épinette

Rond Gérardmer heet het instrument épinette des Vosges (épinette van de Vogezen), het is een zusje van onze hommel, van de Appalachian dulcimer, van de Noorse langeleik en het behoort tot de zitherfamilie.

Cernay en zo 4

Zomaar drie foto's,  de eerste is, als ik me goed herinner genomen in Ferrette, in het zuiden, in het Duits heet de plaats Pfirt.
 De Citroën stond in Sélestat, een wonderlijke naam want was Séleville niet logischer geweest, de originele naam is Schlettstadt. 
Soms wijkt de de naam in het Frans onvoorstelbaar af van de taal van de Elzas: Ribauvillé heet bijvoorbeel Ràppschwihr (in het Duits wijkt de naam ook af: Rappoltsweiler, Riquewihr heet in het Duits Reichenweiher).  Sommige plaatsen hebben tweetalige naamborden, net zoals bij ons in Fryslân (Friesland): Snits (Sneek),  Boalsert (Bolsward). De derde foto heb ik waarschijnlijk in Zellenberg gemaakt. Zellenberg is een klein plaatsje in de buurt van  Ribeauvillé (waarom dat accent op de laatste e staat, moet u mij niet vragen, evenmin heb ik een antwoord op de vraag waarom je Gérardmee zegt als er Gérardmer wordt geschreven.



.

15.7.14

D'r Hans im Schnokeloch

Letterlijk betekent de titel zoveel als Hans in het Muggengat en het schijnt dat Hans werkelijk bestaan heeft. Hans was een herbergier in Koennigshoffen in de buurt van  Straatsburg, die in het lied belachelijk werd gemaakt door een ontevreden klant. De tekst van het lied werd de eerste keer vermeld in in 1842. Hieronder de volledige tekst:

Dr Hàns ìm Schnokeloch hàt àlles wàs er wìll,
Un wàs er hàt, dàs wìll er nìt,
Un wàs er wìll, dàs hàt er nìt,
Dr Hàns ìm Schnokeloch hàt àlles wàs er wìll.

Dr Hàns ìm Schnokeloch sajt àlles wàs er wìll,
Un wàs er sajt, dàs dankt er nìt,
Un wàs er dankt, dàs sajt er nìt,
Dr Hàns ìm Schnokeloch sajt àlles wàs er wìll.

Dr Hàns ìm Schnokeloch kàt àlles wàs er wìll,
Un wàs er kàt, dàs màcht er nìt,
Un wàs er màcht, gerot ìm nìt,
Dr Hàns ìm Schnokeloch kàt àlles wàs er wìll.

Dr Hàns ìm Schnokeloch düet àlles wàs er wìll,
Un wàs er düet, dàs soll er nìt,
Un wàs er soll, dàs düet er nìt,
Dr Hàns ìm Schnokeloch düet àlles wàs er wìll.

Dr Hàns ìm Schnokeloch geht àhna wo er wìll,
Un wo er ìsch, do blibt er nìt,
Un wo er blibt, do gfàllt's ìhm nìt,
Dr Hàns ìm Schnokeloch geht àhna wo er wìll.

Dr Hàns ìm Schnokeloch, dar hàt vum Lawe gnüe,
Un lawe, sait er, kànn ì nìt,
Un starwe, sait er, wìll ì nìt,
Ar hopst üs em Fanschter nüs un kunnt ins Nàrrehüs.


Dat het lied inmiddels allerlei bewerkingen heeft ondergaan, mag duidelijk zijn, o.a bestaat er een reggaeversie.


Cernay en zo 3

Wie er oog voor heeft leest in Elzas de geschiedenis van de straat of in ieder geval van de gevels. Er staat 'EPICERIE' maar daaronder, bedekt met een dunne verflaag, is nog heel goed 'Kolonialwaren' te zien. 
In 1871 werd Elzas Duits, in 1918 weer Frans, bij  het uitbreken van Wereldoorlog Twee opnieuw Duits en toen die krijg was afgelopen toch weer Frans. 
Het is een van de laatste dagen van  mijn  vakantie, dertig jaar geleden, ik bekijk op een stukje land vlakbij een garage een Latil, een vierwiel gestuurd en aangedreven voertuig. De garagehouder informeert of ik het interessant vind. dat vind ik en hij nodigt me uit naar binnen want daar heeft hij nog meer oude voitures. Ons gesprek gaat uiteindelijk niet meer over auto's en op zeker ogenblik zeg ik dat dit de eerste normale conversatie is die ik in veertien dagen heb met een Alsacien. Hij kijk me aan en zegt: u verbaast u? Ja, zeg ik. Hij begint aan een uitleg:  het heeft alles te maken met de geschiedenis van de streek. Ik ben in 1939 in dienst gegaan als Frans soldaat, maar toen Elzas werd ingelijfd bij het Derde Rijk werd ik opgeroepen als Duits soldaat en heb ik uiteindelijk dienst gedaan bij de bezettingsmacht van Noorwegen. Ik weet inmiddels dat u Nederlander bent, stel dat ik daar als bezetter was geweest, dan had u toch nooit met me willen praten. Onze geschiedenis maakt ons huiverig om gesprekken met vreemdelingen aan te gaan. Ik begrijp het en zeg dat veel mensen twee zaken niet goed in beeld hebben: Frankrijk viel in de Tweede Wereldoorlog uiteen in drie stukken, Vichy, het Noorden van Frankrijk en Elzas-Lotharingen. De historie van dat laatste stuk is zelfs in sommige geschiedenisboekjes niet terug te vinden. Ik heb ook gelezen dat het verzet hier het hevigst was, omdat het een herhaling was van wat er na 1871 is gebeurd, dat de Duitsers het gebruik van  Frans verboden, zeg ik. Dat klopt, vult hij aan. Maar onze eigen taal is, zeg maar, een Duits dialect en dat maakt ons dan weer verdacht in Franse ogen.
De strijd om de taal van Elzas in stand te houden duurt nog alijd voort, zanger/liedjesschrijver René Egles doet tegen de klippen op zijn best en Roger Siffer heeft het oude kinderliedje "D'r Hans im Schnokeloch" in een nieuw kasje gestoken. Of het zal helpen?

14.7.14

Cernay en zo 2

Waarom fietste ik op een zondagmiddag naar Porrentruy en niet nog een keer naar Bazel, want dat was zonder afstappen mogelijk, bovendien had ik mooi kunnen kijken of het circus in Hagenthal er nog stond. Want op weg naar Bazel waren ze in dat dorp bezig een miniem circus op te bouwen. Ik was gestopt en had staan kijken hoe ze de tent ophesen. Toen men zag dat ik toekeek, was iemand naar de cabine van een van de vrachtwagens gelopen om de autoradio flink wat harder te zetten. Keiharde countrymuziek. Hij droeg de bijbehorende hoed.
Maar het werd dit keer Porrentruy. Porrentruy vanwege de naam. Veel mooier dan Bazel. Maar ik moest van de fiets en hem een colletje van de zesde of zevende categorie opschuiven, je moet ook niet twee keer rond het meer van Gérardmer racen en dan nog even naar Porrentruy willen met een Nederlands verzet. In Porrentruy was feest: mannen in uniformen die qua vorm wel wat leken op Poolse paradepakjes, maar wel met sjerpen in de  kleuren van de Hongaarse vlag trokken op paard door het dorp.

13.7.14

Cernay en zo

Natuurlijk zou mijn miniatuurspoorbaan in de Elzas liggen. Ik koos een plaatsnaam voor het station: Cernay. Niet dat ik een plattegrond en foto's had waarnaar ik de baan kon modelleren, maar ik zag zo'n lange naam als Ribeauvillé of Pfaffenheim niet zitten. Ik ben één keer, een paar jaar geleden, in Cernay op het station geweest, ik was niet onder de  indruk en vond mijn fantasiestation mooier.
Mooie streek, de Elzas, dat wel. Dertig jaar geleden was ik in de plaats waar gister de touretappe eindigde, in Gérardmer, ik heb daar zelfs twee keer rond het meer gefietst, grote beklimmingen zaten er echter niet in,  mijn Batavus had een cassette die uitstekend voldeed in Nederland, maar niet in de Elzas. Natuurlijk was ik een aantal keren in Mulhouse, niet alleen vanwege het prachtige automobielmuseum, met de geweldige Bugatticollectie, maar ook om keer op keer het spoorwegmuseum te bekijken, dat duidelijk laat zien dat je als museum niet tot infantilisering hoeft over te gaan om bezoekers te trekken. 
Dertig jaar geleden ging ik van Mulhouse naar Ferrette (foto) een klein plaatsje ten zuiden van Mulhouse, vandaar ben ik naar Bazel gefietst. Ik liet de auto in Ferrette staan en kwam dus zonder bagage aan de Frans-Zwitserse grens, waar de Zwitserse douanier me vroeg: "Ware dabi?" Ik moest even nadenken: "Ware dabi?",  aha, iets aan te geven. Twee dagen later fietste ik in de richting Porrentruy, vanuit Ferrette minder ver dan Bazel, maar het terrein was geaccidenteerder en ik moest van de fiets.

Haagse tram?

Ik zet een vraagteken achter 'Haagse tram' omdat de  Haagse Tweeramer 2 in Amsterdam met het nummer 72 de baan opgaat, hier staat hij uiterst rechts zo'n vier jaar geleden tijdens een donateursdag van de Tramwegstichting.

12.7.14

Haagse tram 2

Natuurlijk zou het fraai geweest zijn als er ergens langs het traject waar de Tweeramer 2 in Den Haag vandaag reed, een strook van pakweg 200 meter gereserveerd was voor auto's uit de tijd dat de tram dienst deed. Nostagie puur had best gekund ergens langs de Statenlaan. Ik had mijn Panhard natuurlijk heel goed langs de route van lijn 14, waar vandaag de PCC-cars reden, willen neerzetten, het had toch een aardiger plaatje gemaakt dan een foto met een Dodge "Nitro" op de achtergrond. De enige bejaarde auto langs de Statenlaan was bovenstaande Renault "Estafette 800" uit de  jaren zestig.
 
Ik ben met de Tweeramer, ingetuigd als lijn 10, van Den Haag Centraal naar de Statenlaan gereden. Ik kende diezelfde tram al uit Amsterdam, waar hij dienst doet onder nummer 72. De "Tweeramer" dateert uit 1904, het type werd in 1936 uit de reizigersdienst afgevoerd.
 De 164 is een zogenaamde "Laagdakker" zodat hij onder de poortjes van het Binnenhof door kon rijden, de "Laagdakkers" kwamen in 190 en 1908 in dienst en verdwenen in 1946.
 De 826 werd in 1929, gebouwd door La Brugoise, een fabriek waarmee de HTM jarenlang goede contacten onderhield - ook de PCC-cars kwamen uit Brugge - de serie 821 t/m 830  verdween in 1964-'65 uit de passagiersdienst.